Voorwoord

Bekijk ons land van boven en je ziet dat het een ontwerp is: nooit af, werk in uitvoering en het resultaat van de eeuwigdurende strijd tegen water en klimaat. Ook van dichterbij zien we ontwerp; we wonen en werken in ontworpen ruimtes, reizen in ontworpen voertuigen, we klussen met ontworpen gereedschappen en we trappen een balletje in een ontworpen park. Onder ‘ontwerp’ valt dan ook een zeer breed scala aan disciplines en praktijken.

In dit advies richten we ons op verzoek van de minister op drie deelsectoren: architectuur, vormgeving en e-cultuur, en op de dwarsverbanden daartussen. Deze deelsectoren kennen op hun beurt verschillende onderdelen, zoals landschapsarchitectuur, interieur, mode, grafische en productvormgeving, gameontwerp, interactieontwerp of artscience. Wat de sector typeert, is zijn concrete betekenis voor actuele ontwikkelingen in de samenleving en de noodzaak om met verschillende partijen samen te werken in creatie, realisatie en verspreiding.

Nederlands ontwerp valt regelmatig in de prijzen. In 2016 kreeg modeontwerper Iris van Herpen bijvoorbeeld internationale erkenning met de STARTS Prize van de Europese Commissie; het digital designbureau Clever°Franke kreeg in 2017 twee gouden en twee zilveren European Design Awards. Landschapsarchitect en voormalig Rijksadviseur Dirk Sijmons ontving de prestigieuze Sir Geoffrey Jellicoe Award. Het Nederlandse duo modeontwerpers Rushemy Botter en Lisi Herreburgh is in 2018 winnaar geworden van de Hyères-modeprijs. En Jalila Essaïdi won de Chivas Venture met Mestic; textiel gewonnen uit koeienmest.

Vooral de integrale aanpak en het analytisch vermogen van Nederlandse ontwerpers wordt internationaal gewaardeerd. Architectenbureaus als Mecanoo, MVRDV en OMA zijn daarom mondiaal veelgevraagd. Landschapsarchitecten van bureaus als West 8, LOLA landscape architects en ZUS ontwerpen in de hele wereld stedelijke gebieden en parken. De installaties van Daan Roosegaarde zijn tot ver over de grens bekend. Technologiefestivals als Sonic Acts, STRP, Gogbot en Today’s Art bieden de internationale voorhoede van de digitale cultuur de kans nieuw werk te maken en dit aan een divers publiek te presenteren. E-cultuurinstellingen als Mediamatic, V2_, Worm en De Waag trekken jonge talenten uit alle windstreken aan. Bekende ontwerpers doceren hun vak aan internationale universiteiten. Waterfronten, mode, product design, digitaal ontwerp, innovatieve lichtontwerpen; op alle gebieden hebben Nederlandse ontwerpers internationaal naam gemaakt.

Daarnaast is hun werk te zien in internationale museumcollecties. Zo verzamelt bijvoorbeeld het MOMA in New York het werk van grafisch ontwerper Irma Boom, heeft Hella Jongerius speciaal voor het Zwitserse bedrijf Vitra diverse meubelstukken ontworpen en heeft het gelijknamige designmuseum werk van Nederlandse hedendaagse ontwerpers in zijn collectie. Het is onder meer door deze internationale reputatie dat onze ontwerpopleidingen buitenlandse studenten aantrekken en goed staan aangeschreven op de internationale ranglijsten. 1

Ook buiten de sector is het besef gegroeid dat aan alles een ontwerp ten grondslag ligt. Uiteenlopende onderwerpen als de energietransitie, de straat, het businessmodel, onze gezondheid of het onderwijs worden tegenwoordig als ‘ontwerpopgaven’ getypeerd, die de bijbehorende methodieken en ontwerpers nodig hebben. De overheid schrijft de sector dan ook een belangrijke maatschappelijke en innovatieve betekenis toe. 2

Zo op het eerste gezicht heeft de ontwerpsector dus de wind mee. Toch is er bij nadere beschouwing reden tot zorg. Hoewel de economie de laatste jaren is opgeveerd, heeft de crisis diepe sporen in de sector nagelaten. Het CBS laat in de kwartaalcijfers van de periode 2009 – 2013 omzetdalingen van 20 procent zien voor de architectenbranche. 3 Hoewel de omzetcijfers van vormgeving en digitaal ontwerp iets rooskleuriger zijn, geldt ook hier dat het aantal bureaus is afgenomen en dat de meeste ontwerpers als zzp’er werken. Deze onevenwichtige verdeling zorgt ook voor problemen als de markt weer aantrekt; dan blijkt dat er onvoldoende ontwerpers in vaste dienst werkzaam zijn, waardoor bureaus het werk vaak niet aankunnen. De arbeidsmarktknelpunten die de Raad voor Cultuur en de Sociaal-Economische Raad in hun gezamenlijke verkenning signaleerden, zien we in de ontwerpsector in de volle breedte terug. 4

De crisis heeft niet alleen voor versnippering en omzetdalingen in de sector gezorgd, maar dreigt ook te leiden tot een uitholling van zijn artistieke en culturele vernieuwingskracht. De noodzaak om toegepaste projecten in opdracht uit te voeren, is veel sterker geworden. Dit opdrachtwerk is tijdelijk en eenmalig en zorgt niet voor de continuïteit van een eigen artistieke agenda en ontwikkeling. De instellingen in de sector delen dit probleem met instellingen in andere culturele sectoren, waar de noodzaak tot projectfinanciering ook de lange termijn van de creatieve kracht ondermijnt. 5 Om een bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappelijke uitdagingen van vandaag en morgen, moet de sector kunnen experimenteren, zich artistiek kunnen ontwikkelen en zijn kritisch vermogen kunnen versterken door middel van onderzoek en reflectie. Het zijn juist deze elementen die nodig zijn voor een bloeiend en sterk ontwerpveld.

In dit advies zijn wij nagegaan welke stappen de overheid en het veld zelf kunnen nemen om de creatieve, kritische en innovatieve kracht van de Nederlandse ontwerpsector toekomstbestendig te houden. Vanuit artistiek, economisch en maatschappelijk perspectief hebben wij ontwikkelingen in de sector geanalyseerd en daaraan aanbevelingen verbonden.

De ontwerpsector wordt ook vaak aangeduid als de ‘creatieve industrie’. Het Stimuleringsfonds en de overkoepelende federatie van de sector dragen ook deze naam. Het suggereert bij sommigen een grotere aandacht voor de economische dan voor de creatieve en maatschappelijke betekenis van ontwerp. De verschillende benamingen betreffen echter geen wezenlijk verschillende disciplines en beoefenaars. Eerder weerspiegelen ze de geschiedenis van de termen en de focus van de verschillende ministeries waar beleid over de ontwerpsector gemaakt wordt; het Ministerie van Economische Zaken zet in op de innovatiekracht van de Topsector Creatieve Industrie en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap legt de nadruk op de culturele betekenis van de ontwerpsector. Beide ministeries delen hun verwachtingen over de toegevoegde waarde van ontwerp en ontwerpers voor maatschappelijke transities. Ontwerpers kunnen die rol echter alleen spelen wanneer zij ook een autonome en kritische positie kunnen innemen. Over deze dubbelrol gaat dit advies.

De raad dankt de commissie die dit advies heeft voorbereid: Chris Sigaloff (voorzitter), Jeroen van den Eijnde, Anne Hoogewoning, Hicham Khalidi, Jeroen van Mastrigt, Sebastian Olma, Stephan Petermann, Angelique Spaninks, Saskia van Stein en Martine Zoeteman. Hun inbreng, inspiratie en tijd waren cruciaal. De raad draagt de verantwoordelijkheid voor het advies.

Bij de voorbereiding van dit advies zijn vele gesprekken gevoerd met makers en denkers uit het veld en met vertegenwoordigers van brancheorganisaties en fondsen. Wij danken alle gesprekspartners voor hun bereidheid om ervaringen, zorgen en ideeën met ons te delen.

Marijke van Hees, voorzitter
Jakob van der Waarden, directeur

Domus’ Europe’s Top 100 Schools of Architecture and Design bevat drie Nederlandse opleidingen. In de Domus top 50 voor design staan DAE, KABK en Rietveld en staat er één architectuuropleiding in de top 50 (TU Delft). In de QS World University Rankings zijn twee opleidingen voor architectuur opgenomen: TU Delft op 3, TU Eindhoven op 47 en staat er één opleiding voor design op de lijst: DAE op 31.

Zie voor een uitgebreide behandeling van het belang van de sector voor maatschappelijke uitdagingen, de Kennis-en Innovatieagenda van de Topsector Creatieve Industrie, 2018.

In het tweede kwartaal van 2013 daalde de omzet van de architecten fors met bijna 14 procent. Deze daling minder sterk dan de voorgaande twee kwartalen waarin de omzet met meer dan 20 procent afnam.
CBS

Verkenning Arbeidsmarkt Culturele Sector (pdf)
Raad voor Cultuur en Sociaal-Economische Raad
januari 2016, pag. 9-19

Zie bijvoorbeeld de sectoradviezen De Balans, de behoefte, Over grenzen en Alles beweegt.