Conclusies en aanbevelingen
In dit advies hebben we een beeld gegeven van de stand van zaken en ontwikkelingen in de ontwerpsector.
De kleinschaligheid en hybriditeit van de sector zijn enerzijds een kracht, omdat die de sector flexibel en wendbaar maken. Maar aan de andere kant maakt met name de kleinschaligheid, vooral door de lage organisatiegraad, de sector ook kwetsbaar, bijvoorbeeld voor schommelingen in de conjunctuur. Relatief kleine spelers blijven bovendien gemakkelijk onzichtbaar, zijn onvoldoende opgenomen in kennisnetwerken en hebben een zwakke onderhandelingspositie. Hierdoor blijft de potentie van de sector om bij te dragen aan maatschappelijke transitievraagstukken nog
Om een beter beeld te krijgen van de ontwerpsector heeft de minister aan ons gevraagd om in te gaan op de rol van de instellingen, de afbakening van de
De rol van instellingen in de ontwerpsector
Tijdens onze rondgang hebben we gesproken met vertegenwoordigers van instellingen en met ontwerpers, die al dan niet een klein, middelgroot of groot bureau hebben.
Mede door deze financiële schaarste is er in de sector continu discussie over de rol en functie van instellingen. De sector heeft moeite zichzelf te organiseren, met name op het terrein van presentaties, kennisdeling, internationalisering en onderzoek. Spelers in de sector ervaren hier leemtes in de bestaande infrastructuur.
De sector kan sterker worden als bestaande instellingen en initiatieven samenwerken, beter op elkaar afstemmen en waar mogelijk samen optrekken.
Het percentage van het rijksbudget dat naar de ontwerpsector gaat is beperkt en wordt met name gefinancierd vanuit culturele middelen.
De afbakening van e-cultuur
De minister heeft ons gevraagd in te gaan op de afbakening van e-cultuur. Deze term is overigens stof voor menig discussie en onnodige controverse. Het begrip ‘
De raad constateert echter dat het begrip ‘digitale cultuur’ niet volledig de lading dekt:
De focus in de jaren negentig op de nieuwe technologische ontwikkelingen van internet en digitalisering is uitgebreid met een grote kritische interesse voor de betekenis van andere wetenschappelijke doorbraken en nieuwe technologieën op het gebied van onder meer genetisch onderzoek, artifical intelligence, robotica en biotechnologie. Internationaal wordt deze ontwikkeling onder andere als ‘artscience’ bestempeld, maar hoewel die term hier en daar in Nederland opkomt, bijvoorbeeld in de interfacultaire samenwerking tussen de Universiteit van Leiden, het Haagse conservatorium en de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten, is er van een algemeen gebruik hiervan nog
De raad verwacht dat verschillende termen en aanduidingen voorlopig nog wel naast elkaar zullen bestaan. Van groter belang dan deze definitiekwestie vinden wij dat er waardering en erkenning is voor de ontwerpkracht en het kritisch vermogen van deze sector. Hoewel
Aanbevelingen
De kracht van de ontwerpsector is niet alleen afhankelijk van ontwerpers en het veld zelf, maar ook van diverse overheden, instellingen en opdrachtgevers. Wij pleiten niet voor top-down beleid, stelselwijzigingen of nieuwe structuren, maar voor het stimuleren en verstevigen van de aanwezige basis.
1. Versterk de infrastructuur
De ontwerpsector kent een uitgebreid netwerk actoren die actief zijn in diverse maatschappelijke domeinen en ondersteund worden op verschillende schaalniveaus door kennisinstellingen, ondersteunende instellingen en brancheorganisaties.
Aanbevelingen aan de ontwerpsector
- Versterk het eigen netwerk in de sector, onder meer door kennisdeling en door beleid beter op elkaar af te stemmen, gezamenlijke agenda’s te maken en waar mogelijk samen
op te trekken. - Betrek de stedelijke cultuurregio’s bij de gezamenlijke agenda’s en speel een rol in de profilering van
deze regio’s.
Aanbevelingen aan de Rijksoverheid
- Verruim de middelen en schep plaatsen in de culturele basisinfrastructuur voor manifestaties
en festivals. - Onderzoek met regionale cultuurregio’s hoe hun profilering versterkt kan worden.
Zo is in het zuiden een groot potentieel netwerk dat kan worden geactiveerd voor een gezamenlijke, nationale ontwerpagenda, gericht op talentontwikkeling, promotie, presentatie en internationalisering van ontwerp.Wijs deze regio expliciet aan om te werken aan een nationaal design platform, waar makers, opdrachtgevers en de industrie bijeenkomen en die gezamenlijk een bijdrage leveren aan het programma, de presentatie en het onderzoek ter versterking van hetNederlands design.
Aanbevelingen aan stedelijke cultuurregio’s
- Versterk de infrastructuur door ruimte te geven aan initiatieven en
aan broedplaatsen. - Profileer en versterk potentiële
regionale netwerken.
Aanbevelingen aan opdrachtgevers
- Breng ontwerp- en onderzoeksopdrachten in bij, bijvoorbeeld, broedplaatsen in de
stedelijke cultuurregio’s.
2. Faciliteer en financier ontwerponderzoek
Gelet op de cruciale betekenis van autonoom onderzoek en experiment adviseren wij daarvoor extra financiën, faciliteiten en ruimte beschikbaar te stellen. Voor de verspreiding van kennis zijn platforms voor reflectie en debat van belang.
Aanbevelingen aan de ontwerpsector
- Pas op met een vergaande academisering van het onderzoek. Onderzoek hoeft niet altijd volgens de wetenschappelijke methode te verlopen. Ontwerpend onderzoek of ontwerponderzoek heeft unieke kenmerken door zijn verwevenheid met ambachtelijke tradities en vaardigheden
en speculatieve praktijken. - Sluit onderzoek naar nieuwe én oude materialen, nieuwe én oude ambachten
en technieken in. - Sluit aan bij bestaande onderzoeksagenda’s, met name de agenda’s die gericht zijn op de grote maatschappelijke vraagstukken, en maak veel sterkere verbindingen met andere kennisdomeinen, onder andere met de technische, de sociale wetenschappen
en de humanities. - Sluit structurele en strategische coalities met universitaire en hbo-onderzoeksgroepen om aanspraak te maken op NWO- en SIA gelden, in plaats van te proberen een zelfstandige status binnen deze fondsen
te verwerven. - Neem expliciet onderzoek en experiment op in begrotingen voor projecten voor overheden en opdrachtgevers, en gebruik hierbij de Fair Practice Code
als onderbouwing.
Aanbevelingen aan de Rijksoverheid
- Verruim de middelen uit de cultuurbegroting door geoormerkte financiering voor artistiek, kritisch, ontwerpend onderzoek beschikbaar
te stellen. - Coördineer de vraag naar ontwerponderzoek tussen de verschillende ministeries en maak deze vraag op periodieke
basis bekend.
Aanbevelingen aan stedelijke cultuurregio’s
- Maak ontwerpend onderzoek onderdeel van regionale en gemeentelijke transitieopgaven.
- Gebruik de bestaande overlegstructuren (VNG, koepels en IPO) als platform om kennis over de rol die ontwerp heeft gespeeld in concrete transitieopgaven uit te wisselen, over te dragen
en te bundelen. - Coördineer via deze kanalen de vraag naar ontwerponderzoek in de verschillende gebieden en maak deze vraag
periodiek bekend.
Aanbevelingen aan opdrachtgevers
- Maak ruimte voor ontwerpend onderzoek
in opdrachten. - Accepteer dat onderzoek en experiment noodzakelijk zijn om een groot en kostbaar traject voor te bereiden; las onderzoeksfasen in als onderdeel van
de kwaliteitscontrole.
3. Stimuleer de in- en doorstroom van startend talent
Wij adviseren de in- en doorstroom op de arbeidsmarkt voor met name startende, getalenteerde ontwerpers te verbeteren. Voor hen is het moeilijk om door te breken.
Aanbevelingen aan ontwerpsector
- Ondersteun starters met het vinden van verschillende financieringsmogelijkheden en regelingen. Met name het Stimuleringsfonds en de Topsector Creatieve Industrie kunnen hierbij een belangrijke
taak vervullen. - Gebruik de Code Culturele Diversiteit bij de invulling van nieuwe bestuurlijke of uitvoerende functies
in de sector. - Zie toe op een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen, en van ontwerpers met verschillende achtergronden op festivals, discussieplatforms en
andere presentatiemomenten. - Scout de maakfestivals en maakplaatsen voor ontwerptalent met
een andere achtergrond. - Maak gebruik van de brancheorganisaties die veel praktische en inhoudelijke kennis en expertise hebben opgebouwd en deze beschikbaar stellen
voor de sector. - Onderzoek hoe in andere landen de diversiteit van de ontwerpsector wordt gestimuleerd. In het bijzonder in het Verenigd Koninkrijk, maar ook in de Scandinavische landen
en Frankrijk. - Entameer met de brancheorganisaties een gezamenlijke campagne om meer aandacht voor ontwerp te vragen bij overheden en
particuliere opdrachtgevers.
Aanbevelingen aan de Rijksoverheid
- Hanteer stringenter de Code Culturele Diversiteit bij de gunning van ontwerpopgaven; bij het overleg met de sectorvertegenwoordigers en de beoordeling van de sectorinstellingen; bij de nationale inzendingen voor internationale biënnales en festivals, en bij selectie van ontwerpers
voor handelsdelegaties. - Ontwikkel nieuwe financieringsconstructies en trek er extra financiële middelen voor uit om startende ontwerpers in de vorm van vouchers, goedkope leningen, prijsvragen of revolverende fondsen, in samenwerking met het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, ministeries en organisaties zoals
Cultuur + Ondernemen. - Pas de aanbestedingsregels ruimhartiger en ruimer toe om ook jong talent een kans te geven en om meer ontwerpmeters
te maken. - Leg in navolging van het buitenland vast dat deelname aan ontwerpprijsvragen
vergoed wordt. - Stimuleer innovatief opdrachtgeverschap en zorg ervoor dat de aanbestedingsregels innovatie niet
in de weg staan.
Aanbevelingen aan stedelijke cultuurregio’s
- Hanteer de Code Culturele Diversiteit bij de gunning
van ontwerpopgaven. - Stimuleer, faciliteer en financier de makersbeweging door nieuwe gemeentelijke maakplaatsen te creëren en/of aan te sluiten
bij bestaande activiteiten. - Stimuleer de vraag, bijvoorbeeld door vouchers te introduceren en aandacht te vragen voor
goed opdrachtgeverschap.
Aanbevelingen aan opdrachtgevers
- Hanteer de Code Culturele Diversiteit bij de gunning
van ontwerpopgaven. - Ga actief op zoek naar ontwerpers met een diverse achtergrond, of naar ontwerpinbreng vanuit een
diverse achtergrond.
4. Benut de potentie van de ontwerpsector bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken
In onze analyse stellen we vast dat de kracht van de ontwerpsector nog te weinig wordt benut bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken.
Een kansrijke mogelijkheid zou zijn om in lijn met de Actieagenda voor Ruimtelijk Ontwerp parallel hieraan een Sociale en een Digitale Actieagenda te ontwikkelen, waarin grote maatschappelijke thema’s dragend zijn.
De raad ziet de noodzaak voor vruchtbare integratie van bestaande initiatieven.
Aanbevelingen voor de sector zelf
- Zoek actief aansluiting bij initiatieven rond de grote maatschappelijke vraagstukken in
stedelijke cultuurregio’s. - Benut de ontwikkeling in hogescholen rond ‘werkplaatsleren’
en labs. - Breng gedetailleerd in kaart wat op regionaal niveau plaatsvindt aan ontwerpend onderzoek in bestaande citylabs, fablabs,
design labs, etc. - Vergroot de vaardigheden van ontwerpers om succesvol verbindingen aan te gaan met
andere sectoren.
Aanbevelingen aan de Rijksoverheid
- Neem een aantal grote maatschappelijke uitdagingen als uitgangspunt en formuleer, in navolging van de Actieagenda voor Ruimtelijk Ontwerp, met andere betrokken ministeries en stedelijke cultuurregio’s een meerjarenprogramma, waarin diverse partijen en instellingen kunnen participeren.
Stel hierin de doelen voorop. Naast urgente maatschappelijke thema’s kunnen hier sectorale invalshoeken een rol spelen.De raad denkt aan een Sociale en een Digitale Actieagenda, waarin maatschappelijke thema’scentraal staan. - Zorg ervoor dat de programma’s bekend zijn bij zowel de actoren uit de ontwerpsector als de bestuurders en particulieren en dat de programma’s extern worden vertegenwoordigd, zodat er verbinding gelegd wordt met de samenleving.
Zie er ook op toe dat de interne regie wordt geregeld en dat de verbinding tot stand komt tussen de organisaties, overheden en instellingen die samenwerken ten behoeve van eenbepaald actieprogramma.
Aanbevelingen aan stedelijke cultuurregio’s
- Zorg ervoor dat er aansluiting komt bij initiatieven die in beeld brengen waar ontwerpers actief zijn en hoe daarvan gebruik gemaakt kan worden.
Zoek contact met lokale netwerken van instellingen, professionals, brancheorganisaties en maak daar gebruik van om de ontwerpsector te versterken en beterin te bedden.
Aanbevelingen aan opdrachtgevers
- Betrek ontwerpkracht in een vroeg stadium van projectontwikkeling die raakt aan maatschappelijke vraagstukken.
Het gaat hier om overheden en ook andere grote opdrachtgevers, zoals bijvoorbeeld zorginstellingen, bedrijvenen woningbouwverenigingen.
5. Zorg voor een beter beheer en behoud van het ontwerperfgoed
Het is niet goed gesteld met het geheugen van de sector.
Aanbevelingen voor de sector zelf
- Koppel de kennis uit de erfgoedsector aan de behoeften van de ontwerpsector om tot bruikbare richtlijnen te komen voor een beleidsvisie
op ontwerparchieven. - Activeer een potentieel netwerk van instellingen en organisaties die zich bezighouden met behoud, beheer en presentatie
van ontwerperfgoed.
Aanbevelingen aan de Rijksoverheid
- Maak er werk van om de (beleids)opties voor het bewaren, ontsluiten en tentoonstellen van ontwerperfgoed te verkennen. Onderzoek bijvoorbeeld op welke wijze het erfgoedbeheer en –behoud het beste kan worden ondersteund; al dan niet door de oprichting van
een instelling. - Onderzoek ook of bestaande instellingen met een erfgoedtaak de handen ineen kunnen slaan om samen met stedelijke cultuurregio’s een plan van aanpak te maken voor het behoud en beheer van
Nederlands ontwerperfgoed.
6. Bouw voort op internationalisering
Het internationaliseringsbeleid van de ministeries van OCW, EZ en BZK heeft de afgelopen jaren in vele opzichten zijn vruchten afgeworpen.
Wij adviseren dat er meer middelen beschikbaar komen voor internationaliseringsambities, bijvoorbeeld in de vorm van reis- en studiebeurzen.
Aanbevelingen voor de sector
- Ondersteun jonge en mid-career ontwerpers bij het ontwikkelen van een internationaliseringsstrategie, zorg voor kennisuitwisseling, coaching
en professionalisering. - Verken welke internationale podia, festivals, biënnales etc. van waarde zijn voor de Nederlandse ontwerper om te zorgen dat er geen kansen
onbenut blijven. - Zorg voor een heldere visie op het gebied van internationalisering en een betere afbakening tussen de verschillende instellingen via het netwerk
Creative Holland.
Aanbevelingen voor de Rijksoverheid
- Vergroot de internationaliseringsmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van beurzen, met name voor startende en mid-career ontwerpers om hun culturele en artistieke praktijk
te versterken. - Ontwikkel een internationaliseringsagenda samen met de diplomatieke posten, waarmee programmatisch en thematisch samenwerken tussen landen mogelijk wordt gemaakt en sluit hiermee tevens aan op de
geadviseerde actieagenda’s. - Zorg voor een heldere afstemming tussen de internationaliseringsmiddelen vanuit de verschillende departementen (OCW, BUZA
en EZ ), want het is belangrijk dat er een duidelijke overlegstructuur is, zodat het internationaliseringsbeleid, met name van de fondsen, beter binnen het algemene beleidskader past van hetinternationale cultuurbeleid. - Onderzoek welke belemmeringen er zijn voor Nederlandse ontwerpers om in het buitenland te acteren, en omgekeerd ook naar de belemmeringen voor buitenlandse ontwerpers om naar Nederland te komen voor de ontwikkeling en uitvoering
van projecten. - Versterk het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie om programma’s en regelingen voor de internationaliseringsbehoefte in de sector te ontwikkelen. Vergroot de financiële
armslag hiervoor. - Onderhoudt contact met buitenlandse ministeries; alle grote maatschappelijke thema’s zijn elders ook aan de orde. Maak hiervoor ook gebruik van gezanten,
zoals de watergezant.
Aanbevelingen voor de stedelijke cultuurregio’s
- Zoek actieve samenwerking tussen culturele platforms in stedelijke cultuurregio’s en lokale fondsen (zoals
Brabant C ) met landelijke kennisinstellingen op het gebied van internationalisering om kennisdelingmogelijk te maken.