Artistiek-cultureel perspectief
In dit hoofdstuk belichten we de ontwerpsector vanuit het artistiek-culturele perspectief.
Veelzijdigheid en kwaliteit
De veelzijdigheid van ontwerpers komt tot uitdrukking in de verschillende perspectieven van waaruit zij een opgave benaderen: technologie (materiaalgebruik en maakprocessen), functie (vorm, stijl, praktische gebruiksfunctie), betekenis (symbolische functie, culturele inbedding, betekenisgeving) en maatschappij (sociale en economisch functie). Ontwerpers moeten verschillende rollen spelen en over diverse soorten kennis beschikken om deze perspectieven
Technologie vraagt van oudsher om klassieke rollen als ingenieurs, bouwkundigen of ambachtslieden, maar in toenemende mate om soft- en hardware kennis en data-inzicht. Functie vraagt om begrip van de potentiële gebruiker en vereist ergonomische en psychologische kennis. Betekenis vraagt om antropologisch, filosofisch en sociologisch inzicht. Het perspectief van de maatschappij vraagt om kennis van bestuurlijke en zakelijke processen. Een goede balans tussen deze vier, soms zeer uiteenlopende aspecten zal eerder in samenwerking tussen verschillende ontwerpers ontstaan dan dat ze samengebald kan zijn in één individu.
Omdat ontwerpers in zoveel verschillende contexten opereren, hangt een kwaliteitsoordeel vaak samen met de specifieke, vaak veranderende context.
Zo’n ‘situationeel kwaliteitsoordeel’ is misschien ook wel de reden waarom er in de sector soms heftige discussies losbarsten over ontwerp(ers).
Ontwerpers worden tijdens hun opleiding aan de design- en kunstopleidingen volop gestimuleerd om een eigen signatuur te ontwikkelen en hun persoonlijke drijfveren als uitgangspunt te nemen. Er is ook een duidelijke behoefte aan dergelijke artistieke, individuele expressie en betekenisvol ontwerp die een autonome inbreng van de ontwerper veronderstellen.
In die context is het begrijpelijk dat de behoefte aan beargumenteerde discussies en reflecties op synergie tussen de perspectieven, laten we ze ‘slow debates’ noemen, steeds groter wordt.
Ontwerpproces als kwaliteit
Als we voor een nadere bezinning op de artistiek-culturele waarde van de sector kijken naar de kwaliteitsoordelen van de diverse instellingen, dan valt op dat hun waardering vaak betrekking heeft op de werkwijzen en processen die ontwerpers met elkaar en met andere werkvelden aangaan. Ontwerpers die actief zijn in wat in de literatuur ‘relational design’ wordt genoemd, werken samen in teams waarin diverse expertises
Onderzoek en experiment
Onderzoek en experiment zijn de voedingsbronnen voor de artistiek-culturele ontwikkeling in de sector.
Welke vorm van onderzoek een ontwerper ook in zijn praktijk wil inzetten, in de regel ontbreken ruimte, tijd en geld om onafhankelijk te experimenteren.
Internationaal gezien zijn er op dit punt betere voorbeelden en mogelijkheden en worden transsectorale ontwerpsamenwerkingen vaak beter gefinancierd. Denk hierbij aan het onderzoek dat plaatsvindt bij de
Autonoom onderzoek en experiment moeten gezien worden als de unieke en definiërende artistieke praktijk van deze sector.
Opdrachtgeverschap en gunning
De wederzijdse afhankelijkheid tussen ontwerpers en opdrachtgevers zorgt ervoor dat laatstgenoemde of gunningsprocessen meer dan in andere cultuursectoren een doorslaggevende rol kunnen hebben of nemen voor de artistiek-culturele kwaliteit.
Ontwerpers hebben tijdens de economische crisis zelf ook talloze initiatieven genomen om met andere partijen projecten te ontwikkelen. Zij treden dan eerder als initiatiefnemer en verbinder op dan als opdrachtnemer. Vanuit deze positie gaan zij in gesprek met overheden, gemeenschappen, producenten en financiers en smeden coalities met verschillende maatschappelijke partijen om kansen te benutten of maatschappelijke vraagstukken te verkennen. Hierdoor is de bestaande verhouding tussen opdrachtgevers en ontwerpers veranderd; zij begint naar een vorm van gelijkwaardige samenwerking te groeien waarin ook, en in toenemende mate, gebruikers worden betrokken.
Via prijsvragen kan een gunningsproces ontstaan waarin de ontwerpkwaliteit centraal staat, die ook iets kan betekenen voor de artistiek-inhoudelijke ontwikkeling van de sector.
Er moet wel een kanttekening bij worden geplaatst: prijsvragen zijn vaak arbeidsintensief en on(der)betaald. In onder andere Zwitserland en Duitsland is daarom bij publieke projecten wettelijk vastgelegd dat er een vergoeding tegenover deelname moet staan.
Opleidingen en talentontwikkeling
Gezien de nauwe verwevenheid met maatschappelijke en technologische ontwikkelingen, is het voor een ontwerper noodzakelijk om niet alleen goed geschoold te zijn, maar ook om zich permanent
Technische universiteiten en kunstvakopleidingen, zoals de
TU Twente biedt ook design labs, waarin de instelling samenwerkt met ontwerpers en bedrijven die een specifieke kennisvraag hebben.
Tegelijkertijd dreigt met de vergaande nadruk op onderzoek, experiment en (
Presentatiemogelijkheden
Een deel van de ontwerpuitkomsten is onmiddellijk zichtbaar als concreet bouwwerk, product, game of webdesign. Een ander deel is veel minder zichtbaar en uit zich in nieuwe concepten, nieuwe werkwijzen of nieuwe inzichten. Beide bieden de ontwerper de basis om zich verder te ontwikkelen en nieuw werk te verkrijgen. Er zijn diverse (inter)nationale festivals en beurzen waar ontwerpers hun werk kunnen laten zien en met andere professionals en opdrachtgevers in contact kunnen komen.
Maar waar kan de jonge ontwerper zonder stevig gevestigde praktijk terecht?
Beheer en behoud
Om een goed inzicht te hebben in de manier waarop de sector zich artistiek-cultuur ontwikkeld heeft en welke toekomstige uitdagingen hij kan verwachten, is een stevige infrastructuur van instellingen voor beheer en behoud van collecties noodzakelijk. Momenteel is er noch overkoepelend landelijk beleid, noch een overkoepelende landelijke instelling voor het beheer en behoud van de gehele ontwerpsector.
- Het Nieuwe Instituut beheert en behoudt
de Nederlandse architectuurcollectie. - Sinds 2011 bestaat in Eindhoven het
Louis Kalff Instituut, erfgoedcentrum industriële vormgeving, onderdeel van Regionaal Historisch Centrum Eindhoven. Hier worden archieven bewaard en ontsloten van onder meerPhilips Design , Vormgeversoverleg Eindhoven en de Akademie voor IndustriëleVormgeving Eindhoven. - Modekern in Arnhem verzamelt, ontsluit, onderzoekt en presenteert
sinds 2013 de archieven van Nederlandse modeontwerpers van internationale betekenis.Zo wil men de kennis over de moderne Nederlandse modegeschiedenis vergroten en verder ontwikkelen. Het is verbonden aan ArtEZ,het Gelders Archief enMuseum Arnhem. - Het Wim Crouwel Instituut, gekoppeld aan Bijzondere Collecties UvA, richt zich sinds 2013 op het erfgoed van grafische vormgeving
en typografie.
De voorbeelden suggereren een gefragmenteerd archiefbeleid, waarin vormgeving, mode en
Daarnaast is er een intensief gesprek in de sector over de wenselijkheid van een nieuw design museum dat zou kunnen dienen als vliegwiel voor beheer, behoud en presentatie van ontwerpprocessen en archieven.
Voor het beheer en behoud in de erfgoedsector biedt digitalisering, net zoals in de andere cultuursectoren, belangrijke kansen. Het gaat dan ten eerste om digitalisering van klassiek ontwerperfgoed in de vorm van digitale opslag en toegang tot collecties.
Ten tweede gaat het om het beheer en behoud van ontwerp dat 100 procent verweven is met digitale en mediatechnologieën, het zogenaamde ‘born-digital’ ontwerp. Virtueel Platform organiseerde hierover
Tenslotte is er een steeds urgentere kwestie: de archivering van uniek erfgoed uit de
Internationalsering
De ontwerpsector heeft een mondiaal werkveld en presenteert zichzelf op een mondiaal podium. Internationalisering is van vitaal belang voor de artistiek-culturele ontwikkeling van ontwerpers. Internationale platforms zoals biënnales, vakinhoudelijke congressen en evenementen spelen een grote rol bij het tonen van talent en nieuwe ontwikkelingen, kennisuitwisseling, de opbouw van netwerken en het creëren van internationale bekendheid. Die oriëntatie start al tijdens de studie.
Uitwisseling, dialoog en samenwerking met internationale bureaus en ontwerpers zijn niet alleen belangrijk voor inspiratie en kennisopbouw. Ook bieden internationale thema’s en vraagstukken de gelegenheid om te experimenteren en daarvan te leren. Zoals ontwerpen met nieuwe bouwmaterialen of ontwerpen voor een lowtech samenleving.
Er zijn diverse instellingen die een bijdrage leveren aan internationalisering van de sector. Zo heeft
Conclusies
Het functioneren van de ontwerpsector wordt in belangrijke mate bepaald door de mogelijkheden en ruimte voor een artistiek-culturele ontwikkeling. We constateerden dat deze door de economische crisis onder druk is komen te staan en dat veel ontwerpers hebben overleefd door direct dienstbaar, toegepast ontwerp te maken. Maar de artistiek-culturele kracht van de sector ligt bij de mogelijkheden die hij heeft om autonoom onderzoek te verrichten en om te experimenteren, en bij de relatie met opdrachtgevers die deze ruimte willen bieden. Uit de kwaliteit van die processen ontstaat ook de kwaliteit van het ontwerp in zijn specifieke context. Er zijn echter buiten de universitaire en
Daarnaast constateren we twee ontwikkelingen die elkaar niet zouden moeten uitsluiten. Aan de ene kant schurkt de sector steeds dichter aan tegen de wetenschap en wetenschappelijke ontwikkelingen: hij gebruikt ze, ondervraagt ze en bekritiseert ze. Aan de andere kant is er een beweging naar directe, ambachtelijke en digitale maakprocessen die openstaan voor iedereen.
Als het ontwerponderwijs beter aansluit op het hoger onderwijs, zullen ontwerpers beschikken over meer onderzoeksvaardigheden en kennis uit andere domeinen, en daarmee beter in staat zijn om in de frontlinie te werken aan complexe, maatschappelijke vraagstukken. Tegelijkertijd moet academisering van de sector niet doorschieten en is erkenning van de ambachtelijkheid, die nodig is om zowel met nieuwe als oude materialen en technieken te werken, onontbeerlijk om ook de concrete kwaliteit te handhaven, en om een begin te maken met een inclusievere praktijk. Idealiter verlopen beide ontwikkelingen hand in hand, en de raad neemt zich dan ook voor om juist deze gezamenlijkheid
We zien verder dat ontwerp in het brandpunt van de maatschappelijke belangstelling staat en tot heftige, maar vaak kortstondige en niet altijd goed onderbouwde discussies leidt, zowel onder deskundigen als het publiek. De diverse festivals en prijsvragen worden onvoldoende structureel ondersteund als platforms voor professionele reflectie, presentatie en uitwisseling.
Jonge ontwerpers kunnen moeilijk een vaste plek en rol in de sector veroveren. Niet alleen zijn de financiële regelingen gevarieerd en onoverzichtelijk, ook zijn de mogelijkheden om hun werk daadwerkelijk te maken en te laten zien nog beperkt, zeker op internationaal gebied. Bestaande instrumenten als publicaties, festivals, beurzen en prijsvragen hebben zeker een stimulerend effect, maar kosten ook geld en zijn vaak extreem competitief. Wij pleiten ervoor startende talenten met meer middelen
Exhibition architects Kossmann.DeJong, film- en animatieontwerper Redrum, interactive designer Ijsfontein, experience management XPEX, het Openlucht Museum en het Rijksmuseum.
openluchtmuseum.nl
“De kritiek op Daan Roosegaarde is echt niet meer van deze tijd”.
NRC Handelsblad, 29 februari 2016
Designs for the Pluriverse.
Radical Interdependence, Autonomy, and the Making of Worlds
Arturo Escobar, 2018
Subsidiereglement
2018 – 2020 (pdf)
Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie
Goed opdrachtgeverschap.
Vragen naar de onbekende weg (pdf)
Raad voor Cultuur, 2012
The Why Factory (T?F) is a global think-tank and research institute, run by MVRDV and Delft University of Technology and led by professor Winy Maas.
Smart Cities Program (SCP/e) translates all kinds of new innovative technology and technological systems into the everyday life of people by embedding it into the everyday living environment of citizens: it makes technology spatial and liveable.
Collectie Digitaal: born digital.
Eindrapport van het NCDD-project Collectie Digitaal, 2015
Nationale Coalitie Digitale Duurzaamheid is in 2008 opgericht door organisaties uit de publieke sector die de langdurige zorg voor digitale informatie in het publieke domein tot hun kerntaak rekenen. De NCDD fungeert als platform voor het delen van kennis en expertise en coördineert de ontwikkeling van een landelijk netwerk waarin de toegang tot digitale informatie van de publieke sector gegarandeerd is.
Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie heeft in de jaren 2015 en 2016 minder dan de helft van de aanvragen voor de deelregeling internationalisering kunnen honoreren (gemiddeld 40 procent). De hoeveelheid inzendingen voor de open oproepen was eveneens hoger dan gehonoreerd kon worden.