Hoofdaanbevelingen

In dit advies hebben we een beeld gegeven van de stand van zaken en ontwikkelingen in de museumsector. Op het eerste gezicht staat de sector er goed voor. De musea beheren een schat aan kunstwerken en erfgoedobjecten van wereldklasse, en er worden per jaar vele tentoonstellingen van hoog niveau georganiseerd. De verbouwingen van een aantal belangrijke musea hebben ook bijgedragen aan het succes, dat zich niet alleen vertaalt in het jaarlijks stijgende aantal bezoekers. Ook het imago en de maatschappelijke impact van musea zijn positief. We constateren tot ons genoegen dat musea hun verantwoordelijkheid nemen om zich te verbreden. Zij werken op allerlei manieren met elkaar samen en gaan verbindingen aan met partners buiten de eigen sector, om daarmee hun maatschappelijke invloed en betekenis te vergroten.

Achter dit positieve beeld tekenen zich echter ook knelpunten en risico’s af. Allereerst hebben steeds meer musea, ondanks de toename van publieksinkomsten, exploitatietekorten. Er is een grote maatschappelijke druk om veel tentoonstellingen te organiseren en dat drukt weer zwaar op de begroting. We maken ons daarbij grote zorgen over de taken van musea op het gebied van beheer en behoud; door vergrijzing van het conservatorenbestand zijn extra investeringen in kennisborging en -overdracht vereist.

Ten tweede worden musea gestimuleerd om eigen inkomsten te verwerven en commerciële activiteiten te ontwikkelen. Dit betekent dat zij soms risico’s moeten nemen, waarvoor zij niet altijd de ruimte krijgen. Ook zijn musea niet altijd in de gelegenheid om een buffer op te bouwen. Ten derde profiteert de sector momenteel van oudere, hoogopgeleide bezoekers met veel vrije tijd, maar musea moeten er rekening mee houden dat de komende generatie museumbezoek niet vanzelfsprekend vindt. Tot slot zien we een spanningsveld tussen enerzijds de grote musea met een miljoenenbegroting en veel (internationale) aandacht en anderzijds de kleine en middelgrote musea met een voornamelijk lokaal belang en minimale middelen.

Op grond van de geschetste ontwikkelingen in de museumsector komen we tot zes hoofdaanbevelingen die we hieronder toelichten. Zo kunnen de Rijksoverheid, andere overheden en de musea optimaal ondersteuning kunnen geven aan de continuïteit van een florerende sector. Als de museumsector zich echter niet tijdig op de toekomst voorbereidt, kan zijn maatschappelijke positie en legitimatiegrond aan kracht inboeten. De overheden moeten deze transitie van de musea faciliteren en ervoor zorgen dat nu en in de toekomst de doelstellingen van het cultuurbeleid optimaal gewaarborgd blijven.

1. Verbeter de zorg voor de collectie van musea

De raad constateert dat onder invloed van maatschappelijke druk het accent in het museumbeleid te veel ligt op de presentatie van de collectie. Bezuinigingen zijn afgewenteld op het beheer en behoud van de collectie, waardoor er een sluipend verval dreigt. Daarnaast vergrijst het conservatorenbestand en vindt er onvoldoende overdracht van kennis over de collecties plaats. Om de kennis te vergroten, kan de band tussen museumsector en wetenschap worden versterkt.

Aanbevelingen aan overheden

  • Neem verantwoordelijkheid voor collecties en laat de aandacht voor publiekstaken niet ten koste gaan van beheer en behoud.
  • Kies, ook bij niet-rijksgesubsidieerde musea, voor een langjarige financiering van taken op het gebied van beheer en behoud, waarbij de reële kosten hiervan het uitgangspunt vormen.
  • Neem verantwoordelijkheid voor collecties die verweesd dreigen te raken als gevolg van een gemeentelijke herindeling, sluiting van een museum of andere omstandigheden.
  • Faciliteer de opleiding en doorstroming van nieuwe generaties conservatoren.
  • Gebruik de Kennisagenda als aanjager voor samenwerking tussen musea en wetenschap.
  • Continueer de museumbeurzen.

Aanbevelingen aan de museumsector

  • Zorg voor goede kennisborging en kennisoverdracht aan nieuwe generaties conservatoren.
  • Creëer meer opleidingsplekken voor jonge conservatoren en stagiairs.
  • Besteed daarbij speciale aandacht aan conservatoren met een migratieachtergrond.
  • Stimuleer conservatoren om te promoveren.
  • Zorg voor een evenwichtige taakverdeling tussen beheer en behoud enerzijds en publiekstaken anderzijds.

2. Kies voor een meerstemmige benadering in het collectie- en presentatiebeleid

Musea kunnen mensen van iedere leeftijdsgroep en culturele en maatschappelijke achtergrond een inspirerende confrontatie met kunst, natuur, techniek of erfgoed bieden. De collecties van musea bieden daarvoor genoeg aanknopingspunten. Een museum is idealiter ook een ontmoetingsplek voor uiteenlopende bezoekers van allerlei leeftijden, met een verschillende achtergrond en opleidingsniveau. Zij kunnen kennismaken met elkaars blik op de collectie, de samenleving en de werkelijkheid.

Hierbij is meerstemmigheid een sleutelterm: door collecties vanuit verschillende perspectieven te tonen, verbindingen aan te gaan met andere maatschappelijke organisaties en personen en groepen met een andere (culturele) achtergrond uit te nodigen, verbreedt én verdiept de museumsector zich. Het bereiken van andere publieksgroepen kost echter extra inspanning en levert niet altijd grote bezoekersaantallen op.

Aanbevelingen aan overheden

  • Geef musea de ruimte om nieuwe publieksgroepen aan te trekken, ook als dat veel inspanning vergt en niet per se zorgt voor stijgende bezoekersaantallen.
  • Faciliteer publieksonderzoeken die meer inzicht bieden in de succesfactoren van het bereiken van nieuw publiek.
  • Beoordeel de subsidieaanvragen van musea specifiek op de toepassing van de Code Culturele Diversiteit, volgens het principe ‘pas toe of leg uit’.

Aanbevelingen aan de museumsector

  • Ga verbindingen aan met andere maatschappelijke organisaties en nodig personen en groepen met een andere (culturele) achtergrond uit om te participeren.
  • Presenteer de collectie vanuit een meerstemmig perspectief om haar aansprekend te maken voor publiek met een andere culturele canon, en om ontmoetingen tussen verschillende publieksgroepen tot stand te brengen.
  • Volg de Code Culturele Diversiteit. Let daarbij op inhoudelijke functies bij het personeel (zoals conservatoren) en op het onderwijs.
  • Deel kennis over succesvolle manieren van publieksbenadering met collega-musea.

3. Houd de collectie vitaal en mobiel

Pluriform aanbod en deugdelijk collectiebeheer betekenen ook dat musea in staat zijn om hun collecties regulier te verrijken met nieuwe voorwerpen, en waar noodzakelijk ook afstotingsbeleid kunnen uitvoeren. Ondanks de publieke en private fondsen die voor aankopen beschikbaar zijn en de vele particulieren die aan musea schenken, zijn we van mening dat er te weinig middelen beschikbaar zijn.

De raad constateert dat de collegialiteit en het vertrouwen om bruikleenverkeer mogelijk te maken, is toegenomen. De nieuwe Code Bruikleenverkeer kan ook een verdere stimulans zijn. We waarschuwen er wel voor dat het honoreren van bruikleenaanvragen veel werk kost, waarvoor musea niet altijd voldoende personeel hebben. Ook constateren we dat, als het gaat om internationale bruiklenen, het maximumbedrag dat kan worden aangevraagd via de indemniteitsregeling te laag is.

Aanbevelingen aan overheden

  • Vul het aankoopfonds van het Mondriaan Fonds aan, zodat musea aanspraak kunnen maken op de verwerving van kostbare objecten.
  • Richt bij het Mondriaan Fonds een regionaal aankoopfonds in voor aankopen die voor een regio van groot belang zijn.
  • Vereenvoudig de procedures voor het afstoten van voorwerpen en houdt daarbij rekening met de aard en hoeveelheid ervan.
  • Volg de Code Bruikleenverkeer die onder auspiciën van het ministerie van OCW wordt uitgebracht.
  • Wees realistisch over de hoeveelheid bruiklenenaanvragen die musea kunnen honoreren.
  • Ontwikkel een (online) hulpmiddel dat musea kan ondersteunen bij het aanvragen van bruiklenen en geef de RCE de ruimte om dit in samenwerking met het museumveld op te pakken.
  • Pas de indemniteitsregeling aan, zodat er geen sprake is van een maximumbedrag dat musea kunnen aanvragen voor een bruikleen uit het buitenland.

Aanbevelingen aan de museumsector

  • Wees genereus bij bruikleenverkeer.
  • Volg de Code Bruikleenverkeer.
  • Wees realistisch over de slagingskans van een bruikleenaanvraag.

4. Geef digitalisering alle ruimte

Ook digitalisering draagt bij aan de kwaliteit van het beheer en behoud van collecties, en biedt enorme mogelijkheden voor presentaties en marketing. De afgelopen jaren zijn grote delen van de Collectie Nederland gedigitaliseerd. Ook is de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed van start gegaan, die instellingen kan ondersteunen bij de digitalisering en het gebruik ervan. De raad constateert echter dat deze strategie nog niet optimaal functioneert en vindt dat de expertise en infrastructuur ervan verder benut moeten worden. Hier ligt volgens ons een opdracht voor het Netwerk Digitaal Erfgoed.

Digitalisering behoeft constante aandacht. Omdat software en hardware continu in ontwikkeling zijn, moet ook de digitale collectie worden geüpdatet, zowel in opslag als ontsluiting. Daarnaast is er nog een wereld te winnen in het gebruik van de digitale content die musea beheren. Het is van groot belang dit te stimuleren, juist omdat voor nieuwe generaties digitale content een vanzelfsprekend onderdeel is van hun natuurlijke leefomgeving.

Aanbevelingen aan overheden

  • Zorg voor voldoende budget om collecties te digitaliseren en er gebruik van te maken.
  • Stimuleer het Netwerk Digitaal Erfgoed om de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed beter te communiceren richting het museale veld.
  • Faciliteer manieren om digitalisering in te zetten voor taken van het museum als registratie, presentatie, educatie en marketing.
  • Faciliteer experiment (vanuit fondsen) als continue factor van betekenis op het gebied van digitale toepassingen.

Aanbevelingen aan de museumsector

  • Zet digitalisering in voor nieuwe vormen van presentatie.
  • Deel kennis over succesvolle manieren van multimediale presentaties met collega-musea.
  • Hanteer de drie pijlers van de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed: Zichtbaar, Bruikbaar en Houdbaar
  • Maak digitalisering tot een integraal onderdeel van het beleid over behoud en beheer.

5. Ontwikkel een visie op ondernemerschap en governance

In het verlengde van de bezuinigingen zijn musea aangespoord ondernemender te zijn en meer eigen inkomsten te verwerven. In de praktijk blijkt dat een commerciëlere houding van musea op gespannen voet kan staan met de speelruimte die zij van hun subsidiënten krijgen. Ondernemen betekent risico nemen en hun innovatieve commerciële projecten kunnen op gespannen voet staan met de afspraken die zij met hun overheden maken. Ook vraagt dit om andere competenties van directie, management en raad van toezicht. Voor kleine en middelgrote musea is het verwerven van private inkomsten een bijna onmogelijke opgave: de kernactiviteiten mogen hiervan niet afhankelijk zijn en het vergt een langdurige investering.

Aanbevelingen aan overheden

  • Ontwikkel een visie op het evenwicht tussen commerciële activiteiten, de publieke taken van musea en de verantwoordelijkheden van bestuur, raad van toezicht en subsidiërende overheden in dit spanningsveld.
  • Wees realistisch over de mogelijkheden van musea om private inkomsten te verwerven.
  • Maak meer middelen vrij voor musea die onvoldoende ondernemerschap kunnen ontwikkelen.
  • Laat de bedragen in het OCW bestemmingsfonds voor de rijksgesubsidieerde musea bij deze categorie.
  • Maak de Richtlijn Kunstenaarshonoraria onderdeel van de subsidievoorwaarden.

Aanbevelingen aan de museumsector

  • Volg de Governance Code Cultuur.
  • Integreer beleid over meerstemmigheid in de museumregistratie.
  • Volg de Richtlijn Kunstenaarshonoraria.

6. Schep extra ruimte in het rijksgesubsidieerde museumbestel

In Cultuur voor stad, land en regio schetsen we een nieuw cultuurbestel, waarin er naast de BIS en de zes cultuurfondsen voor programma’s, projecten en incidentele bijdragen ook erkenning en waardering is voor de regionale culturele infrastructuur. Door cultuurplannen die een stad of stedelijke regio ontwikkelt ook financieel te honoreren, kan het lokale museale ecosysteem een impuls krijgen.

Met de komst van de Erfgoedwet is de BIS gericht op de financiering van de presentatie van collecties. De raad kan zich voorstellen dat musea die buiten de Erfgoedwet vallen ook in aanmerking kunnen komen voor rijkssubsidie. Zulke bijdragen zullen dan wel specifiek bestemd moeten zijn voor taken die buiten het beheer van de collecties vallen, zoals presentaties, programma’s en samenwerkingen tussen musea en andere instellingen binnen een stedelijke regio.

Aanbevelingen aan overheden

  • Stel extra rijkssubsidie (bovenop de huidige rijkssubsidie voor musea) ter beschikking aan musea die buiten de Erfgoedwet vallen.
  • Onderzoek de mogelijkheid om de financiering van beheer en behoud van niet-rijksgesubsidieerde musea met een overheidscollectie langjarig vast te zetten.
Hoofdaanbevelingen