Voorwoord

“Tanzt, tanzt, tanzt,
sonst sind wir verloren.”
– Pina Bausch

Dit advies over dans is een van de tien sectoradviezen die de Raad voor Cultuur tussen najaar 2017 en zomer 2018 uitbrengt. Het doel van deze adviezen is trends en ontwikkelingen binnen disciplines te beschrijven, knelpunten en kansen te duiden en beleidsopties voor de korte en lange termijn te verkennen. De sectoradviezen gelden samen met de verkenning Cultuur voor stad, land en regio als bouwstenen voor een discussie over de herziening van het cultuurbestel. 1

In dat licht heeft voormalig minister Bussemaker ons gevraagd uitspraken te doen over de artistieke, maatschappelijke en economische stand van zaken in de Nederlandse danswereld, zowel binnen als buiten het gesubsidieerde veld (zie ook de Adviesaanvraag).

De afgelopen periode heeft de raad zich aan de hand van gesprekken met dansers, choreografen, programmeurs, ballet- en dansgezelschappen, podia, festivals, productiehuizen, fondsen, opleidingen, belangenverenigingen en koepels uit de danssector een beeld gevormd van de stand van zaken en de kansen en knelpunten waarmee de sector zich op dit moment geconfronteerd ziet. 2 Ons advies is tot stand gekomen op basis van die gesprekken en van een groot aantal rapporten en beschikbare data over de danssector, zoals de speellijstenapplicaties van het ministerie van OCW en het Fonds Podiumkunsten.

Onlangs publiceerde de raad twee adviezen over de theater- en muzieksector, respectievelijk Over grenzen en De balans, de behoefte. 3 Veel daarin besproken thema’s gelden in gelijke mate voor de danssector, eveneens een podiumkunst. Denk aan de matige arbeidsomstandigheden, de vaak moeizame afstemming tussen de belangen van de producent versus de belangen van het podium (vraag-aanbod), het gebrek aan aandacht voor culturele en sociale diversiteit binnen organisaties en programma’s, of de noodzaak om meer aandacht te besteden aan essentiële, maar vaak naar het tweede plan geschoven zaken als educatie, talentontwikkeling, archivering en ontsluiting, reflectie en debat.

Maar ook: de tendens dat vooral jonge kunstenaars steeds vaker interdisciplinair werken, zich minder aan hokjes gelegen laten liggen, en niet op voorhand bepalen wat ze willen maken maar dat gaandeweg uitvinden. Het proces van kunst maken, in nauwe samenwerking met collega-kunstenaars en steeds vaker ook met speellocaties en met publiek, staat voorop en lijkt voor de kunstenaar soms belangrijker te worden dan het eindproduct: de voorstelling, het concert of de presentatie.


Dit vraagt ook om een andere benadering vanuit subsidiërende en voorwaardenscheppende overheden. In het verlengde hiervan valt ook op dat nieuwe genres, die vaak uit deze nieuwe vormen van werken ontstaan, lastig toegang krijgen tot het gesubsidieerde bestel, omdat zij vaak niet passen in de traditionele manieren van kunst beoordelen en waarderen.

Tenzij anders vermeld, sluiten we ons in dit advies aan bij onze aanbevelingen in bovengenoemde sectoradviezen. We gaan in op de belangrijkste dilemma’s waar de dans op dit moment voor staat; dilemma’s die ze naar ons idee met slim (overheids)beleid, collectieve inspanning en duurzame aandacht de komende beleidsperioden deels kan oplossen. Niet voor niets gaven we dit advies de titel ‘Alles beweegt’. De maatschappij, de dans, de kunst zijn in beweging – en waar beweging is, gloort een nieuw perspectief.

We hebben dit advies tot stand gebracht in samenwerking met een commissie die een mooie afspiegeling vormde van de Nederlandse danssector. Deze bestond uit Thomas Nijhuis (voorzitter), John Agesilas, Stef Avezaat, Samora Bergtop, Guy Corneille, Eve Hopkins, Stella van Leeuwen en Erik Pals. Namens de raad was Cees Langeveld betrokken bij de totstandkoming van het advies. Bij de start van het proces zat Gemma Jelier de commissie voor; vanwege nieuwe werkzaamheden moest zij zich terugtrekken.

Wij bedanken hen allen zeer voor hun professionele en bevlogen inbreng en voor hun bereidheid keer op keer een aantal prangende onderwerpen opnieuw te overdenken en te bediscussiëren. Het laatste woord over veel opgeworpen thema’s is nog niet gesproken. We hopen de komende periode intensief met de commissieleden en de sector in gesprek te blijven over wat er nu nodig is om de juiste vervolgstappen te zetten.

Marijke van Hees, voorzitter
Jeroen Bartelse, directeur

Cultuur voor stad,
land en regio

Raad voor Cultuur, 2017

Een lijst van gesprekspartners is opgenomen in de bijlagen.

Over grenzen
Raad voor Cultuur, 2018;
De balans, de behoefte
Raad voor Cultuur, 2017

Voorwoord