De audiovisuele sector vanuit
cultureel perspectief
In dit hoofdstuk beschrijven wij de audiovisuele sector in artistiek opzicht. We besteden aandacht aan de ontwikkeling en presentatie van audiovisuele producten zoals film, drama, documentaire en immersive mediaproducties. Vervolgens gaan we in op opleiding en talentontwikkeling. De lezer die eerst wegwijs wil worden gemaakt in de audiovisuele sector verwijzen wij naar de bijlage Schets van de av-sector.
Artistieke ontwikkelingen in productie en presentatie
Speelfilm, animatie, documentaire, drama en innovatieve producties
Nederlandse av-producenten maken in internationaal opzicht voor relatief weinig geld kwalitatief hoogstaande filmproducties. De Nederlandse audiovisuele industrie heeft een goede staat van dienst in het buitenland. Zo vallen op toonaangevende internationale filmfestivals elk jaar Nederlandse documentaires, jeugd- en familiefilms, artistieke films en animaties in de prijzen vanwege de artistieke betekenis of eigenzinnige aanpak. Ook televisieformats uit Nederland hebben een uitstekende positie op de internationale markt.
Ontwikkeling van kwalitatief hoogstaande Nederlandse culturele audiovisuele content kost tijd om het nieuwe en onverwachte een kans te geven. Tijd om, voorbij het voorspelbare, verhalen te vertellen die doordringen tot het wezen der
De druk om producties te realiseren is doorgaans hoog. Dat wordt sterk in de hand gewerkt door een onbalans in de verdeling van inkomsten uit exploitatie. Het grootste deel van de inkomsten komt terecht bij de eindexploitanten zoals bioscoopketens of digitale platforms – die niet investeren in de lokale industrie: de ‘maker’ wordt relatief karig bedeeld. Deze situatie leidt tot risicomijdend financieel gedrag van producenten en hun distributeurs, wat weer gevolgen heeft voor de productie. De raad vindt juist de subversiviteit en het experiment essentieel voor een gezond en vernieuwend productieklimaat. Een zogenaamde vrije ruimte is belangrijk voor de ontwikkeling van makers, voor het creatieve proces en het onderzoek.
In de basis hebben we een professionele sector, met goede acteurs, sterke regisseurs en scenarioschrijvers, gedegen en gedreven crewleden en gekwalificeerd technisch en facilitair personeel. De hierboven genoemde beperkingen leiden er wel toe dat sommige ‘grotere’ verhalen of onderwerpen niet of onvoldoende aan bod komen, of dat concessies gedaan moeten worden aan de kwaliteitsnorm. Bovendien ontberen producenten vaak voldoende budget voor het gedegen ontwikkelen van projecten en, aan het eind van de keten, voor de promotie daarvan. Het is vaak problematisch om films uit kleine landen zoals het onze, succesvol onder de aandacht te brengen van een groot of juist een specifiek publiek; los van het beperkte budget speelt mee dat het aanbod aan buitenlands product overweldigend is en dat deze producties doorgaans een groter productie- en promotiebudget tot hun beschikking hebben.
Internationaal is er een sterke ontwikkeling zichtbaar van kwaliteitsseries met een hoge productiewaarde, hoogwaardige scripts (soms door meerdere auteurs in gezamenlijkheid geschreven in zogeheten writers’ rooms) en cinematografische kwaliteit op het gebied van drama, documentaire en animatie. De productiewaarde stijgt vaak vooral omdat men kiest voor zogenaamde verdikking: bij gelijkblijvend totaalbudget maakt men minder series of minder afleveringen van een serie, zodat er per aflevering meer geld te besteden is. Dit is ook niet zaligmakend; het zorgt namelijk ook voor een kleinere markt, met als gevolg dat werknemers in de sector minder meters kunnen maken.
Via televisie en met name de grote internationale (ondemand)platforms – zoals Netflix – weten zulke series wereldwijd een groeiend publiek aan zich te binden. Verenigingen van regisseurs, scenarioschrijvers en producenten in ons land willen graag bij deze ontwikkelingen
Het NPO-fonds heeft grotendeels de taken van het opgeheven Mediafonds overgenomen met een budget van
Live-uitzendingen
Een belangrijke productiecategorie bestaat uit programma’s met live-relevantie. Publieke en commerciële omroepen (in een oorspronkelijk lineaire omgeving) spelen nog altijd een belangrijke rol als het gaat om live-evenementen met maatschappelijk belang, groots opgezette entertainmentprogramma’s met een spanningsboog (bijvoorbeeld ‘Wie is
Nederland heeft, als klein land met bescheiden budgetten, voor de financiering van live registraties slimme en efficiënte productiemethoden ontwikkeld. Culturele evenementen als
In zijn ‘Entertainment & Media Outlook’ concludeert adviesorganisatie PwC dat het belang van live-uitzendingen, en dan met name van sport, steeds meer
Vernieuwende mediaproducties
Technische ontwikkelingen en de opkomst van de superplatforms bepalen steeds nadrukkelijker het consumentengedrag en daarmee ook vaak de vorm of het format van de content.
‘Video on demand’ platforms hebben mede gezorgd voor de snelle opkomst van internationale kwaliteitsseries, met sterke karakters en een hoge production value en cinematografische kwaliteit. Wereldwijd hebben die een publiek aan zich weten te binden. En voor een nieuw fenomeen gezorgd:
Ook liggen er veel kansen op het gebied van nieuwe formats voor de nieuwe platforms die zich specialiseren in virtual
De Nederlandse gamesector, een sector die wat betreft techniek en vormgeving grenst aan de immersive media, boekt grote
Bij de opheffing van het Mediafonds is er onvoldoende gesproken over het belang en het waarborgen van deze interactieve en innovatieve culturele
Scholing
Kunstvakonderwijs
De ontwikkelingen op het gebied van mediagebruik en technologie zorgen meer dan ooit voor een hybride beroepspraktijk. Het onderwijs dient daarop voorbereid te raken. Opleidingen dienen makkelijk te kunnen schakelen, ze moeten – in modern jargon – agile zijn. Snelle ontwikkelingen kunnen ervoor zorgen dat een eenmaal afgestudeerde maker geconfronteerd wordt met technologieën en ontwikkelingen die hij nog niet is tegengekomen tijdens zijn opleiding. Het is voor kunstvakopleidingen noodzakelijk om het curriculum aan te blijven passen en vooruit te kijken naar nieuwe vormen van artistieke verhalen. Bijvoorbeeld op basis van eerdergenoemde immersive technieken (virtual reality, augmented reality en mixed reality).
Hoewel deze industrie nog in de kinderschoenen staat, worden er al miljarden in geïnvesteerd, wordt dit soort content nadrukkelijk geselecteerd op festivals en zijn er in verschillende Nederlandse steden veel bedrijven – waaronder een groot aantal start-ups – die zich specifiek op deze immersive media richten.
Het is duidelijk dat genoemde nieuwe technieken een grote rol kunnen gaan spelen in de audiovisuele industrie. De opleiding voor specifieke genres en media (jeugdcontent-productie, de inzet van technische kennis, nieuwe manieren van scenarioschrijven en regie) is vooralsnog onvoldoende verankerd in de vakopleidingen. Hierdoor zijn veel bedrijven genoodzaakt de expertise uit het buitenland te halen.
Om niet achterop te raken en om mee te kunnen in de internationale ontwikkelingen, moet Nederland snel investeren in talentontwikkeling en innovatieve onderwijsvormen, waarbij kennisinstellingen nauw samenwerken met bedrijven in deze sector. Door onder andere beperkte en weggevallen financieringsmogelijkheden is de kans aanwezig dat talent in andere landen of andere sectoren aan de slag gaat. Deze braindrain kan ook weer negatieve gevolgen hebben voor de kwaliteit van de producties.
Het actualiseren en up-to-date houden van het hoger kunstvakonderwijs is – zeker gezien alle ontwikkelingen binnen de industrie – onontbeerlijk. Net zoals samenwerking met opleidingen als Kunstmatige Intelligentie. Met name om in te kunnen spelen op technologische ontwikkelingen als VR, AR, MR en andere interactieve of non-lineaire manieren van verhalen vertellen, zijn flexibiliteit en veranderkracht nodig bij makers, maar zeer zeker ook binnen opleidingen die de makers voorbereiden op de praktijk. Dat geldt niet alleen voor de technologie; ook de inhoudelijke disciplines, zoals regie en scenarioschrijven, dienen aangepast en uitgebreid te worden, en de ruimte te krijgen om de nieuwe vertelmogelijkheden te onderzoeken. Het beleven van een verhaal dat verteld wordt in een
De makers van de toekomst dienen niet alleen creatief te zijn en interdisciplinaire vaardigheden te bezitten, maar ook cultureel ondernemend te zijn en te beschikken over kennis van techniek en technologische ontwikkelingen. Daarnaast moeten ze goed voorbereid zijn op de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Daar hoort bij dat ze buiten de kaders van gevestigde formats en productievormen leren denken. Gamemakers en filmmakers ontmoeten elkaar op de opleidingen. Van belang is vervolgens dat al deze makers, zowel met steun van de regelingen als van commerciële partijen, ‘meters kunnen maken’, om voor de kwaliteit te kunnen zorgen die nodig is om tegenwicht te kunnen bieden ten opzichte van het buitenlandse aanbod – kortom: om hun talent optimaal te kunnen ontwikkelen.
Nederland kent verschillende opleidingen op het gebied van media. De Nederlandse Filmacademie is het enige gespecialiseerde onderwijsinstituut in Nederland waar film-, televisie- en (vooralsnog in beperkte mate) ook VR-makers worden opgeleid. De Filmacademie heeft inmiddels wel een specialistische afdeling voor Immersive
Er zijn ook andere hogescholen, zoals de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Breda en Den Bosch, de Artez Hogeschool in Arnhem, Zwolle en Enschede, de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en de Willem de Kooning Academie in Rotterdam waar studenten succesvol worden opgeleid om (digitale) audiovisuele content te maken, inclusief specialisaties in gaming, mediamanagement of animatie. Bij enkele van deze opleidingen worden studenten ook opgeleid tot scenarioschrijver.
In 2017 is aan het Sandberg Instituut Amsterdam – onderdeel van de Gerrit Rietveld Academie – een tijdelijke masteropleiding gestart, gericht op film, design en propaganda.
Onlangs is, op initiatief van de Filmacademie en in opdracht van EYE, een verkenning gedaan naar de beroepsprofielen van de nabije
Met de verschuiving van lineair naar non-lineair en online mediagebruik zal ook de technische infrastructuur in de audiovisuele sector een transitie dienen te ondergaan van lineaire broadcast naar IP en online broadcast. Dit vraagt ook om de ontwikkeling van toegepaste technische opleidingen, zodat gekwalificeerd technisch personeel kan worden aangenomen binnen dit nieuwe domein.
Talentontwikkeling
Onder talentontwikkeling verstaat de raad: de doorstroming en ontwikkeling van talenten tijdens de professionele loopbaan. Hierbij gaat het zowel om beginnend talent als om bewezen talent (mid-career) dat behoefte heeft aan verdere verdieping en ontwikkeling. Talentontwikkeling wordt op uiteenlopende manieren ingevuld: bijvoorbeeld door training on the job (begeleiding van makers bij ontwikkeling en productie), coaching, deelname van professionals aan kortere trainingstrajecten in labs of aan langere trajecten in ateliers of werkplaatsen. Deskundigheidsbevordering vindt plaats via masterclasses, lezingen, seminars en workshops en gerichte netwerk- en speeddatingbijeenkomsten waarvoor festivals een belangrijk platform vormen.
De optimale ontwikkeling van talent geldt dus ook voor mensen die al werken in de
De ingrijpende technologische ontwikkelingen en internationale concurrentie maken het nodig dat er na aanvang van een carrière in de
Er zijn verschillende initiatieven voor talentontwikkeling in de sector. Onderlinge afstemming tussen bestaande programma’s is van belang om doorlopende leerlijnen voor talent te creëren. Om dit te realiseren is blijvend overleg tussen betrokken partijen (festivals, opleiders, fondsen, beroepsverenigingen, filmtheaters) van groot belang. Dat is een nadrukkelijke opgave voor dit deel van de sector, gezien de grote hoeveelheid actoren en de eigen doelstellingen van al die
In 2015 bracht de raad een advies uit over talentontwikkeling in de audiovisuele sector, waarin gesteld werd dat talentontwikkeling niet vanzelf gaat: het vereist
Met ondersteuning van het Filmfonds zetten de filmfestivals uit de BIS al stappen naar gezamenlijke programma’s met zowel kortlopende als verdiepende projecten, bijvoorbeeld in de vorm van labs: plekken waar onder leiding van ervaren makers ideeën worden uitgewisseld en ontwikkeld. Voor het vergroten van de samenhang tussen de verschillende voorzieningen voor talentontwikkeling en het garanderen van de continuïteit ervan is meer regie wenselijk. De raad adviseerde al in het advies Talentontwikkeling in de audiovisuele sector uit 2015 om deze coördinerende rol bij het Nederlands Filmfonds te leggen.
Scholing en talentontwikkeling voor iedereen
Een publiek mediabestel is er in principe voor alle Nederlanders. Het dient divers en pluriform opgezet te zijn; niet alleen in programmasoorten, genres en vormen, maar ook in de stemmen die spreken en de verhalen die verteld worden. Mensen moeten zich er in kunnen herkennen en tegelijkertijd kennis kunnen maken met verhalen die ze nog niet kenden. Wie de samenleving als geheel wil aanspreken moet zorgen voor diversiteit van de vertellers van zulke verhalen.
De raad vindt het van groot belang dat er bij opleidingen en talentontwikkelingstrajecten voldoende instroom is van makers met uiteenlopende culturele achtergronden. Wij adviseren dan ook dat het kunstvakonderwijs een praktisch uitvoerbaar plan opstelt, om de diversiteit van de studentenpopulatie te stimuleren. De Filmacademie heeft al een start gemaakt met vertaling van diversiteitsbeleid naar concrete actielijnen. De raad moedigt dit aan en ook om andere audiovisuele opleidingen daarbij te betrekken. Pluriformiteit van Nederlands cultureel aanbod kan alleen tot stand komen als de makers van de toekomst ons ook alle stemmen en stromingen laten zien.
Zoeken en schaven.
in: Valt er iets zinnigs te zeggen over kwaliteit?
Mediafonds, 2016
Brief van DDG, Netwerk scenarioschrijvers, FPN, DPN, ApN, IPN en OTP aan de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap t.b.v. de behandeling Cultuurbegroting 2018.
9 november 2017
Dit is een financiële bijdrage in de vorm van een cash rebate voor aantoonbaar bestede en kwalificerende Nederlandse productiekosten voor speelfilms, lange documentaires en lange animatiefilm.
Op 1 oktober 2017 is er een pilot van een jaar gestart waarbij ook high-end tv-series- drama-, animatie- en documentaireseries in aanmerking voor een cash rebate.
In december 2017 zijn de eerste toekenningen gedaan; in totaal 7 miljoen cash rebate voor elf high end televisieseries.
Entertainment & Media Outlook for the Netherlands
2016 – 2020.
PwC, pagina 42
Amazon and Facebook to compete for live sports supremacy in 2018, new report predicts.
geekwire.com
Dit bleek uit een artikel in Variety, juli 2017.
Nederlandse gameontwikkelaars leveren gerenommeerde games en hebben de aandacht van grote buitenlandse partijen. Sommige daarvan vestigen zich zelf in Nederland. PUBG Corporation, dat oorspronkelijk een gameontwikkelaar was, is daarvan het nieuwste voorbeeld.
Per 1 januari 2017 is het Mediafonds opgeheven als gevolg van de bezuinigingen van het kabinet Rutte II. Het fonds was opgericht om de artistieke programma’s van de publieke omroepen te bevorderen en had daarvoor jaarlijks zo’n 16 miljoen euro tot zijn beschikking.
How Facebook and Instagram are looking to redefine TV.
mipblog.com
Verkenning Beroepsprofiel Audiovisueel.
EYE, 2017
Verkenning Beroepsprofiel Audiovisueel.
EYE, 2017
Talentontwikkeling in de audiovisuele sector
Raad voor Cultuur,
10 september 2015
Talentontwikkeling in de audiovisuele sector
Raad voor Cultuur,
10 september 2015