Schets van de av-sector

In deze bijlage schetsen we de audiovisuele sector van Nederland. Dat doen we in vogelvlucht, aan de hand van de actoren, de stakeholders en de organisaties die er samen voor zorgen dat Nederlandse content geproduceerd, gedistribueerd en bewaard wordt. Het Nederlandse medialandschap kent vele organisaties; gezamenlijk vormen zij een ecosysteem binnen de av-industrie. Hieronder richten we ons op de ketenonderdelen waar de invloed van de grote platforms het meest voelbaar is. Duidelijk moge zijn dat de audiovisuele sector breder en rijker is dan alleen het met publiek geld gefinancierde omroepbestel en het domein van de speelfilm, en dat ook andere subcategorieën, media en genres van belang zijn voor de diversiteit. Denk aan radio/podcast, maar ook aan commercials, bedrijfs- en opdrachtfilms en de vloggers, de youtubers, de korte Facebook filmpjes. Ook hier zijn makers actief die met een geheel eigen kleur en geluid bijdragen aan ons rijkgeschakeerde medialandschap.

Productie – makers en producenten

Het hart van de audiovisuele industrie wordt gevormd door de makers, de creatieven die verhalen bedenken en vertellen in beeld en geluid. We hebben het over regisseurs, over scenarioschrijvers, over formatontwikkelaars en onafhankelijke buitenproducenten die samen een substantieel onderdeel van de sector vormen. Maar ook over de mensen voor en achter de schermen: acteurs, cameramensen, editors, sounddesigners, enzovoorts. Het categoriseren van deze ‘groep’ is meteen arbitrair; veel professionals begeven zich in meerdere van deze domeinen tegelijk. Filmmakers regisseren bijvoorbeeld zowel speelfilms als dramaseries en soms een commercial. En documentairemakers maken zowel documentaires voor televisie als voor de bioscoop, zoals ook de financiering van een documentaire vaak door zowel een omroep als het Filmfonds wordt gefinancierd.

TV – documentaire en drama

Bij het tot stand brengen van drama en documentaire op televisie spelen de publieke omroepen een grote rol en vormen zij een substantieel onderdeel van de productie-tak.

De meeste documentaires worden in Nederland door onafhankelijke regisseurs gemaakt en geproduceerd door buitenproducenten. Deze laatsten spelen vaak vanaf een vroeg stadium inhoudelijk een belangrijke rol en zijn zakelijk en productioneel eindverantwoordelijk. Kunst- en cultuurdocumentaires worden op NPO 2 uitgezonden in de slots als ‘Het Uur van de Wolf’ (NTR) en ‘Close Up’ (AVROTROS). Creatieve documentaires die maatschappelijke onderwerpen belichten, worden onder de noemer 2Doc op NPO 2 uitgezonden. Op het op jongeren gerichte NPO 3 worden alle documentaires onder de noemer 3Doc uitgezonden. Alle met publiek geld gefinancierde documentaires zijn ook online te bekijken.

Het genre documentaire strekt zich ook uit tot andere domeinen met interactieve documentaires, transmediaprojecten en VR-documentaires; ook daar zijn makers actief. 1 2 3 De meeste (Nederlandse) televisiedocumentaires worden gefinancierd via het NPO ‘geld op schema’-systeem en het NPO-fonds, maar ook het CoBO-fonds en het Filmfonds zijn belangrijke financiers van deze documentaires. Het NPO-fonds heeft grotendeels de taken van het opgeheven Mediafonds overgenomen en heeft een budget van 16,6 miljoen euro. In het najaar van 2017 is het Filmfonds gestart met een pilot om via de production incentive ook de financiering van high end tv-series mogelijk te maken.

In de afgelopen jaren is de dramaserie immens populair geworden. Mensen kijken op een moment dat het ze uitkomt, en langlopende, kwalitatief hoogstaande dramaseries lenen zich daar uitstekend voor. Met name de nieuwe platforms hebben succes met hun ‘originals’, maar ook Europese met publiek geld gefinancierde series lukt het soms om een wereldwijd publiek te vinden. Ook in Nederland haken de publieke omroepen in op dit internationale succes van het genre, met bijvoorbeeld misdaadserie ‘Penoza’ (KRO-NCRV, vijf seizoenen) – in 2017 afgesloten met 855.000 kijkers – en stadsportret en liefdesvertelling ‘A’dam- E.V.A.’ (VPRO/NTR/VARA, drie seizoenen), ook al zijn de middelen van een andere orde. 4 5 Op het gebied van televisiedrama moet ook de commerciële omroep genoemd worden: daar worden ook al jaren succesvolle dramaseries geprogrammeerd. 6

Film –commercieel, arthouse, animatie

In 2016 zijn in Nederland 49 speelfilms gemaakt (inclusief 21 minoritaire coproducties), in totaal aan productieactiviteit een waarde vertegenwoordigend van 92,6 miljoen euro. 7 22 hiervan zijn in Nederland gedraaid, de andere 27 in het buitenland. 8 Daarnaast zijn er nog vier zogenaamde inward investment-films deels in Nederland gemaakt, waaronder ‘DunkirkÆ van Christopher Nolan. De scope van de Nederlandse speelfilm is breed; hieronder vallen artistieke films, zoals radicaliseringsdrama ‘Layla M.’ (2016) van Mijke de Jong, maar ook grote publieksfilms als ‘Soof 2’ (2016), en films voor jong en oud.

Het Nederlands Filmfonds is een van de zes landelijke cultuurfondsen en heeft een jaarlijks budget van circa 50 miljoen euro voor film. Het leeuwendeel van het Filmfondsgeld gaat naar live action-films, maar ook animatie heeft een levendige sector die steeds professioneler en internationaler werkt. Initiatieven als Ultra Kort en ook Nu of Nooit! Animatie droegen en dragen hieraan bij.

Financiering uit het buitenland komt via onder andere Eurimages, het coproductiefonds van de Raad van Europa, dat zich inzet voor coproductie, distributie en vertoning van de Europese film. Het Nederlands Filmfonds vertegenwoordigt Nederland in Eurimages. 9

Zie voor kerncijfers over de Nederlandse filmsector de tabel hieronder.

 

 

Games en interactieve, digitale en immersive media

Zoals elders in dit advies uitgebreider aan bod komt zijn de digital design- en gaming-industrie de laatste jaren hard gegroeid. Nederland is de thuisbasis van gamebedrijven zoals Guerrilla Games, maar ook van indie-gamemakers als Adriaan de Jongh. De een groot en commercieel, de ander klein en onafhankelijk, maar allebei in 2017 genomineerd voor een ‘interactive’ Gouden Kalf. 10 Het domein van interactieve, digitale en immersive media is echter nog breder. Ook op het gebied van nieuwe formats, virtual reality (VR) en augmented reality (AR) is er in Nederland veel kennis en creativiteit beschikbaar. Naast verschillende start-ups voor zowel technologie als content is er in dit veld ook een VR-festival: de VRDays. 11

De Transmediaregeling wordt uitgevoerd door het Filmfonds en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie (SCI) en wordt momenteel overvraagd. Voor games kan bij het SCI geld aangevraagd worden binnen de Deelregeling Digitale Cultuur.

Onlangs heeft een aantal producenten zich verenigd in de Interactieve Producenten Nederland (IPN). Deze groep maakt zich hard voor de middelen en groeimogelijkheden van content voor nieuwe platforms en de belangen van de branche. Ook in het onderwijs is men bezig in te spelen op deze ontwikkelingen: in 2017 zijn bijvoorbeeld twee projecten op het gebied van VR gestart. 12

Content specifiek voor online platforms

Het internet en nieuwe platforms bieden nieuwe mogelijkheden voor content: behalve voor de hierboven geschetste non-lineaire, interactieve en immersive projecten ook voor lineair online drama. Nieuwe platforms lenen zich voor kortere formats en andere manieren van verspreiden en ze trekken een ander publiek. Er zijn wat schreden op dit terrein gezet met bijvoorbeeld de internetserie ‘De meisjes van Thijs’. 13

Presentatie en distributie

Onze infrastructuur om content te verspreiden bestaat sinds lange tijd uit twee types schermen: groot (filmdoeken) en klein (televisie). Inmiddels zijn er vele mobiele devices als tablets, mobieltjes en laptops aan toegevoegd. Ook deze vormen belangrijke middelen voor presentatie en distributie.

De landelijke publieke omroep

Nederland kent een bijzonder publiek bestel waarbinnen pluriformiteit een van de kernwaardes is, met vele omroepverenigingen die van oudsher terugleiden naar de verzuiling binnen onze maatschappij. Na bezuinigingsrondes in 2004 en 2012 van respectievelijk 64 miljoen en 200 miljoen euro, hebben verschillende fusies plaats gevonden tussen de grotere omroepverenigingen, en nu zijn er drie fusieomroepen: AVROTROS, BNNVARA en KRO-NCRV, en daarnaast de EO, de VPRO en Omroep MAX. Er zijn twee taakomroepen, NTR en NOS. De voormalige kleine zendgemachtigden met een kerkelijke of geestelijke grondslag zijn grotendeels opgegaan in de bestaande leden- en taakomroepen, behalve HUMAN. Naast deze laatste zijn er nog twee aspirant-omroepen met een voorlopige erkenning: WNL en PowNed, waarvan de laatste begin 2018 geen zendtijd op televisie meer had, maar vooral op internet opereert. Volgens de huidige Mediawet mag het bestel uit niet meer dan acht organisaties bestaan.

Sinds 1989 bestaat er in Nederland naast de drie publieke netten ook commerciële televisie: omroepen die zonder overheidsgeld maar met winstoogmerk (via reclame- en sponsorinkomsten) televisie maken. 14

Regionale publieke omroep
Er zijn dertien regionale publieke omroepen die uitzendingen maken voor de inwoners van een regio. 15 Ook zijn ze in voorkomende gevallen rampenzender. Regionale omroepen hebben geen leden; ze worden direct betaald door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Stichting RPO (Regionale Publieke Omroep) is vanaf 31 mei 2016 hun samenwerkings- en coördinatieorgaan. 16 De oprichting van de stichting vloeit voort uit beleid van het kabinet-Rutte II en een wijziging van de Mediawet met het doel te komen tot een gemeenschappelijke begrotings- en verantwoordingscyclus voor alle regionale omroepen en meer onderlinge samenwerking.

Lokale Publieke Omroep
Lokale publieke omroepen verzorgen uitzendingen voor de inwoners van een bepaalde gemeente. Bijna alle Nederlandse gemeenten hebben een lokaal radio- en televisiestation. Ze zijn verenigd in de Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON). 17 Lokale omroepen krijgen financiële steun van de gemeente. De omroep moet dan wel voldoen aan de eisen uit de Mediawet. Het aantal zenduren verschilt per omroep en is afhankelijk van de financiële steun die ze krijgen.

Filmzalen

Het aantal filmzalen is de laatste jaren flink gestegen: in 2016 zijn er meer dan 50 zalen bijgekomen, goed voor zo’n 9500 extra stoelen. Daarmee zijn er in totaal 276 bioscopen en filmtheaters, met bij elkaar 944 doeken en 155.167 stoelen, inclusief alle filmtheaters, interne filmtheaters (in 2016: 11) en reis- en openluchtbioscopen (in 2016: 4, met 2 doeken), aldus het ledenbestand van de Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters (NVBF), gemeten op 1 januari 2017. 18 Deze laatste groep buiten beschouwing gelaten is er een totaal van 262 bioscopen en filmtheaters; van Pathé Arena met 14 doeken (3211 stoelen) tot Cinema Enkhuizen met 1 doek (100 stoelen). De groei van de bezoekersaantallen in de bioscopen en filmtheaters is vrijwel geheel te danken aan de bouw van nieuwe bioscopen en zalen van buitenlandse partijen (Pathé, Vue, Kinepolis).

Festivals

Er zijn (in 2016) in Nederland maar liefst 117 filmfestivals. 19 Er zijn specifieke, thematische georiënteerde festivals als Cinedans (dansfilms) en de Roze Filmdagen. Ook zijn er festivals die zich toespitsen op een genre of thema, zoals het HAFF, het Klik! Amsterdam Animation festival, Go Short (korte films) en het Imagine Film Festival, dat met films de verbeelding wil prikkelen, maar ook bijvoorbeeld Film by the Sea, dat zich profileert met boekverfilmingen.

De landelijke BIS-festivals omschrijven we hieronder. Deze worden over het algemeen goed bezocht: de bezoekersaantallen nemen de laatste jaren zelf toe. Ze hebben een belangrijke functie in het cureren en etaleren van (inter)nationaal aanbod en betrekken het publiek er inhoudelijk bij, via nagesprekken en andere randactiviteiten ten behoeve van reflectie en debat.

 

BIS-instellingen Film, festival bezoeken, 2016
(bezoeken x 1.000)

bron: OCW, jaarverslagen van de instellingen

 

International Documentary Filmfestival Amsterdam
Het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) biedt het Nederlandse publiek (in 2016 280.000 bezoeken) een belangrijk platform op het gebied van documentaires. 20 Als grootste in zijn soort speelt IDFA een belangrijke rol in de internationale documentaire-industrie met zijn Forum en ‘Docs for Sale’, maar ook met (inter)nationale trainingsprogramma’s gericht op talentontwikkeling. Onderdeel van het festival is het Bertha Fonds, dat bedoeld is om de documentairesector in landen in onder andere Afrika en het Midden-Oosten te stimuleren. In de afgelopen elf jaar is ook het Doclab-programma, voor de interactieve tak van de documentairesector, uitgegroeid tot een vaste en belangrijke poot van het festival. Ook groeit het aantal schoolvoorstellingen.

Nederlands Film Festival
Het Nederlands Film Festival (NFF) kreeg in 2016 149.000 bezoeken. Het festival is een podium voor Nederlandse film- en televisieproducties, en sinds de laatste edities ook voor interactieve projecten. Het festival informeert, adviseert, bemiddelt en begeleidt, reagerend op vragen en behoeften uit het veld. 21 Het festival biedt een podium voor nieuw talent en een omvangrijk educatieprogramma. Ook heeft het festival een industrietak met de nationale film conferentie en de Holland Film Meeting (‘Dutch Industry Days’), waar ook expertisebevordering en debat onderdeel van het programma vormen.

International Film Festival Rotterdam
Het International Film Festival Rotterdam (IFFR) brengt jaarlijks tijdens een twaalfdaags festival werk van filmmakers van over de hele wereld onder de aandacht. Dat doet het voor de (inter)nationale industrie, maar ook voor een groot Nederlands publiek; in 2017 werd het festival 314.000 maal bezocht. Het festival profileert zich met artistieke films. Onderdelen van het festival zijn onder meer de CineMart en het Hubert Bals Fonds dat artistieke filmprojecten ondersteunt van makers uit landen in onder andere Afrika en Azië. Als onderdeel van de markt wordt ook het Rotterdam Lab georganiseerd, een vijfdaags trainingsprogramma voor opkomende producenten uit de hele wereld.

Cinekid
Cinekid is het festival voor kinderen van vier tot veertien jaar met films, televisieproducties en het Medialab (games, installaties en dergelijke). Daarnaast biedt het festival workshops voor kinderen waarin zij zelf met media aan de slag kunnen gaan. Gedurende het jaar zet Cinekid zich daarnaast via projecten ook in voor de mediaontwikkeling van kinderen, waarbij ook wordt samengewerkt met onder meer scholen en musea. Met het Cinekid AppLab wil het festival apps cureren in de overdaad aan beschikbare applicaties voor de doelgroep. Ook heeft Cinekid een onderdeel voor professionals, en doet het aan talentontwikkeling voor makers.

Online distributie

Er zijn verschillende publieke en private Nederlandse platforms voor online distributie. NPO Start (voorheen ‘Uitzending Gemist’ en later ‘NPO Gemist’) bevat de televisieprogramma’s die uitgezonden zijn op de publieke omroep, dus NPO 1, 2 en 3, en ook de radioprogramma’s. 22 De site biedt eigen producties die permanent beschikbaar blijven. NPO Start Plus biedt sinds halverwege 2017 extra programma’s aan zoals (buitenlandse) series, documentaires en films. Bovendien is het aanbod van NPO Start Plus voor langere tijd beschikbaar en kan het aanbod zonder reclame en in hd-kwaliteit worden teruggekeken. De NPO stelt op zijn website dat de inkomsten uit dit platform zijn bedoeld om uitzendrechten in hogere kwaliteit te bekostigen. 23 Het resterende budget wordt in nieuwe programma’s gestopt. RTL XL biedt gedurende zeven dagen gratis de programma’s van RTL online aan, en met de Premium-variant kan de content zonder reclame terug- of vooruitbekeken worden. Videoland is de streamingdienst van RTL via alle apparaten, van telefoon tot AppleTV, met een aanbod van duizenden series en films uit binnen- en buitenland. KIJK.NL is een website en een app voor verschillende apparaten waarmee alle programma’s van SBS 6, NET 5, Veronica en SBS 9 worden aangeboden, aangevuld met clips die nooit op televisie zijn vertoond. NLZIET ten slotte is een samenwerking tussen de zendergroepen NPO, SBS en RTL, en biedt via één login een programma-aanbod van Nederlandse bodem in een hoge beeldkwaliteit en zonder reclame. Naast terug- en vooruitkijken kan men hier ook live-tv-kijken.

De afgelopen jaren zijn er tevens verschillende pogingen gedaan om de Nederlandse film voor een breed publiek toegankelijk te maken. Ximon en Cinema Link zijn hier voorbeelden van. Film.nl is een recent initiatief vanuit onder andere de overheid en de filmsector zelf, met name om piraterij tegen te gaan en als portal het publiek de weg te wijzen naar waar films en series legaal te bekijken zijn. En Picl is in 2017 gelanceerd door de filmtheaters om de nieuwste films en documentaires thuis online te kunnen bekijken. Ook filmfestivals als IDFA en het IFFR profileren zich met onlinekanalen en brengen daarmee, of via hun eigen website als portal, kwaliteitsproducties.

Internationale platforms

De grootste distributeurs van av-content zijn de verschillende online platforms, veelal Amerikaanse bedrijven. In relatief korte tijd zijn ze wereldspelers geworden die sterk ingrijpen in ons dagelijkse mediagebruik.

Netflix is van oudsher een Amerikaanse online video-uitleenservice die films per post aan abonnees stuurde. Sinds 2013 profileert het bedrijf zich als svod-service (subscription video on demand) waarbij abonnees toegang hebben tot een online database van films, series en andere av-content. Het bedrijf investeert steeds meer in eigen exclusieve content. Netflix had in juli 2017 meer dan 100 miljoen abonnees; in Nederland hadden drie op de tien huishoudens een abonnement. 24

YouTube richtte zich oorspronkelijk op het beschikbaar maken van kortere video’s maar is inmiddels uitgegroeid tot videoplatform waarop ook live wordt uitgezonden en waar complete films en series op staan. YouTube is met name een ‘doorgeefluik’, maar begeeft zich ook op het vlak van productie. YouTube is eigendom van Google.

Apple is een Amerikaans technologie bedrijf dat sinds de jaren zeventig een stempel drukt op de technologische ontwikkelingen door onder andere het introduceren van de iPod, iPhone en de iPad. Apple is de waarde van 800 miljard dollar gepasseerd. Samen met Apple is Google, met moederbedrijf Alphabet, een van de meest waardevolle merken. Google voert in Nederland zo’n 95 procent van de zoekopdrachten uit. 25 YouTube is onderdeel van Google.

Sociaalnetwerksite Facebook is sinds 2004 uitgegroeid tot een platform met meer dan 2 miljard gebruikers. Gemiddeld brengen die er per dag bijna 50 minuten door. Sinds 2016 kunnen gebruikers zelf livevideo streamen. Het bedrijf is vooral groot in hypertargeting: persoonlijke marketing op schaal. 26 In het tweede kwartaal van 2017 verdiende het bedrijf met advertenties 9164 miljard dollar.

Amazon is een e-commerceretailbedrijf dat van oorsprong boeken verkocht en later ook media en inmiddels ook goederen. Het produceert ook eigen e-readers, de Kindle, en heeft inmiddels ook een eigen subscription service, Amazon Prime Video. Het bedrijf is naar schatting zo’n 470 miljard dollar waard. 27

Naast deze grote tech-bedrijven zijn Chinese platforms als Alibaba, Tencent en Baidu intussen ook wereldspelers waar we in Nederland mee te maken kunnen krijgen.

Educatie

Kunstvakonderwijs

De Nederlandse Filmacademie is het bekendste onderwijsinstituut waar film- en televisiemakers worden opgeleid. Het heeft sinds enkele jaren ook een tweejarige masteropleiding: Master of Film, waar studenten worden ondersteund bij hun artistieke ontwikkeling door middel van research, experiment en uitwisseling. Er zijn ook andere hogescholen – de HKU in Utrecht, St. Joost in Breda, de Willem de Kooning Academie in Rotterdam en Artez in Arnhem, Enschede en Zwolle – waar studenten worden opgeleid om audiovisuele content te maken. Op kunstacademies wordt steeds meer discipline-overschrijdend gewerkt en aandacht gegeven aan audiovisuele media in brede zin. Bij veel opleidingen worden ook studenten geschoold als scenarioschrijver. Op dat terrein zijn er ook particuliere opleidingen, zoals de ScriptAcademy en de Amsterdam Film School.

Talentontwikkeling

Het Filmfonds biedt vrije ruimte in de vorm van vrijplaatsen voor ervaren en beginnende scenaristen en voor documentaire-regisseurs (OASE, in samenwerking met het Prins Bernhard Cultuurfonds). Ook biedt het fonds wildcards in alle categorieën voor makers die net zijn afgestudeerd aan een academie, en – in het kader van talentontwikkeling – mogelijkheden voor beginnende makers om korte films en lowbudgetspeelfilms te maken. Ook wordt binnen alle projecten ruimte geboden voor het betrekken van externe (script)coaches en experts bij de ontwikkeling. Daarnaast is er ruimte voor trainingen en deskundigheidsbevordering, en is er voor productiehuizen de mogelijkheid tot slatefunding voor de ontwikkeling van speelfilms en documentaires. 28

Het Filmfonds heeft samenwerkingsprojecten met de publieke omroep voor nieuw en gevestigd talent. Ook zijn er projecten met collega-fondsen die aan talenten ruimte bieden voor training on the job, om meters te maken en een eigen signatuur te ontwikkelen. Op internationaal vlak heeft het fonds partnerships gesloten met gezichtsbepalende internationale labs, onder andere voor de ontwikkeling en packaging van genrefilms, voor script- en projectontwikkeling van films en series en voor creatieve en zakelijke talentontwikkeling van ervaren producenten

Filmeducatie en mediawijsheid

EYE heeft vanuit zijn functie als sectorinstituut een wettelijke en landelijke taak op het gebied van filmeducatie. Veel filmtheaters ontwikkelen (ook) eigen educatieprogramma’s, net als de grote en kleinere filmfestivals. IDFA bijvoorbeeld biedt tijdens het festival (in 2016 kwamen er 10.000 scholieren naar speciale voorstellingen), maar ook door het jaar heen, documentaireprogramma’s en workshops aan, voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs en mbo. Filmeducatie.nl is een landelijk netwerk van zeventien partijen die educatieve programma’s ontwikkelen. In Amsterdam is door verschillende filminstellingen in 2014 het Amsterdam Filmmenu gestart, dat zich met name richt op scholen die nog helemaal niets doen met filmeducatie. Deze twee initiatieven worden gecoördineerd vanuit EYE. Ook Beeld en Geluid doet aan media-educatie, met onder meer de vaste en wisselende tentoonstellingen, een nieuwsbrief voor het onderwijs en workshops.

De ondersteunende instellingen

In het Nederlandse medialandschap zijn vele andere organisaties, groot en klein, actief die een rol spelen naast alle partijen die in deze bijlage al aan bod komen. Het Commissariaat voor de Media houdt toezicht op de naleving van de Mediawet. Stichting BREIN bestrijdt intellectuele eigendomsfraude voor auteurs, producenten en distributeurs en bestrijdt piraterij. Dutch Culture stimuleert internationale samenwerking in kunst, cultuur en erfgoed en voert met Europese gelden het Creative Europe-programma uit, waar de Nederlandse audiovisuele sector aanspraak op kan maken. 29 Hieronder worden een aantal organisaties uitgelicht.

Branche- en belangenverenigingen

Nederland kent verschillende branche-, belangen- en beroepsverenigingen. Zo’n beetje elk departement heeft zijn eigen organisatie. Bij de een ligt het accent op kennisuitwisseling, inspiratie en service verlening, bij de ander op belangen behartiging. Van ‘directors of photography’ (NSC) tot regisseurs (Dutch Directors Guild, DDG), van scenarioschrijvers (Netwerk Scenarioschrijvers) tot acteurs (ACT). Producenten hebben verschillende brancheorganisaties: Filmproducenten Nederland (FPN), de Vereniging voor Onafhankelijke Televisie Producenten (OTP), Animatie Producenten Nederland (APN) en de Documentaire Producenten Nederland (DPN). En dit jaar is de IPN opgericht, de Interactieve Producenten Nederland, die de belangen behartigt van producenten van interactieve, non-lineaire content, nieuwe media en platforms. FPN, ApN, DPN en IPN werken aan een alliantie om vanuit een krachtenbundeling de belangen van de productiesector te kunnen behartigen.

Organisaties voor promotie, beheer en behoud

Om het Nederlandse audiovisuele materiaal – onderdeel van ons culturele erfgoed – te behouden, te beheren en toegankelijk te houden, hebben twee met publiek geld gefinancierde instellingen een taak: het Instituut voor Beeld en Geluid en EYE Filminstituut.

EYE
EYE digitaliseert, beheert en archiveert films en heeft daarnaast een collectie van onder andere stills, posters en boeken. Ook heeft EYE, met zijn internationale tak (EYE International), een taak in de internationale filmpromotie. Mede door het omvangrijke filmarchief en dankzij deskundigheid op het gebied van beheer, behoud en ontsluiting van de collectie is EYE een belangrijke internationale speler. In het nieuwe EYE Collectiecentrum is de Filmcollectie Nederland sinds 2016 onder één dak gehuisvest en kan in het studie- en expertisecentrum een betere service geboden worden aan filmprofessionals, onderzoekers en filmstudenten.

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
Het in Hilversum gevestigde Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid digitaliseert, beheert en archiveert vooral materiaal van de omroepen en begeeft zich ook steeds meer in het digitale domein, zoals het conserveren van games. Als een van de knooppunten binnen het Netwerk Digitaal Erfgoed is Beeld en Geluid een belangrijk archief voor publieke en commerciële televisieproducties. Het instituut vervult ook een kennisfunctie op het gebied van digitalisering, duurzame instandhouding van digitale collecties, digitale (ontsluitings)technologie, omvang en spreiding van collecties, hergebruik en terugverdienvermogen. Deze kennis wordt gedeeld via de knooppuntfunctie en via AVA-Net, de belangenbehartiger van het audiovisuele erfgoed.

Beelden voor de Toekomst was een project van vier organisaties (EYE, Beeld en Geluid, het Nationaal Archief en Kennisland) dat liep van 2007 tot en met 2014 en dat was bedoeld om het audiovisueel erfgoed van de twintigste eeuw te redden en beschikbaar te maken. Meer dan 90.000 uur video, 20.000 uur film en 100.000 uur audio is in dit kader gerestaureerd, geconserveerd en gedigitaliseerd.

EYE International is verantwoordelijk voor de internationale marketing en promotie van Nederlandse films. De organisatie biedt verschillende diensten (zoals het jaarlijks publiceren van een catalogus en een gids over de nationale industrie) voor internationale sales-agents, distributeurs en festivals om Nederlandse producties in het buitenland over het voetlicht te brengen.

 

BIS-instellingen Film en Media, 2016
(in miljoenen euro’s)

bron: OCW, jaarverslagen van de instellingen

 

Debat en reflectie

Een gezonde av-industrie heeft baat bij reflectie en debat. De krant speelt nog een rol als het gaat om film- en televisiekritiek, de grote dagbladen hebben een recensent voor film en/of televisie. Daarnaast is er maandelijks De Filmkrant, waarin sinds 1981 alle films die in Nederland uitkomen op kritische wijze besproken worden. Ook zijn er online media en fora waar gereageerd en gereflecteerd wordt op content. De VPRO presenteert bijvoorbeeld met de website Cinema.nl recensies, interviews, video’s en festivalverslagen over films en series. En daarnaast fungeren de sociale media als platform voor debat over wat er op televisie is.

Reflectie en debat vindt voor een groot deel zowel plaats in filmtheaters als op festivals, tijdens talkshows, nagesprekken en debatten. Het IFFR biedt filmcritici onder de noemer ‘Critic’s choice’ bijvoorbeeld een platform om de filmkritiek opnieuw uit te vinden, door filmjournalisten en -critici essayistische films te laten maken, en vormen van live-filmjournalistiek te onderzoeken en te experimenteren met vormen van audiovisuele kritiek. De BIS-filmfestivals organiseren ook de nodige debat- en reflectieve activiteiten en programma’s rondom de vertoonde films, doorgaans thematisch ingegeven.

De Kring van Nederlandse Filmjournalisten (KNF) is de beroepsvereniging voor alle in Nederland werkzame filmjournalisten en filmcritici. De KNF behartigt de belangen van deze groep en fungeert als aanspreekpunt in Nederland en daarbuiten. De KNF reikt jaarlijks verschillende prijzen uit op festivals.


 

Zoals Jheronimus Bosch de Tuin der Lusten (NTR), deze documentaire heeft in april 2017 de Webby Award Publieksprijs 2017 in de categorie Art gewonnen, de Oscars van het internet.

Zoals Refugee Republic van Martijn van Tol en Jan Rothuizen.

Zoals The Last Chair van Jessie van Vreden en Anke Teunissen, geselecteerd voor IDFADoclab 2017.

Van beide series zijn de internationale verfilmingsrechten verkocht aan het buitenland.

De kijkcijfers van Penoza vielen wat tegen (eerder waren meer dan een miljoen kijkers gehaald), maar dat is te verklaren door de concurrentie van de GP van de Formule 1 in Mexico.
ad.nl

Commerciële dramaseries zijn bijvoorbeeld Gooische Vrouwen, Zwarte Tulp (RTL4) en Dokter Tinus (SBS6).

In 2009 was dit aantal 39.
uit: Economische ontwikkelingen in de cultuursector
2009 – 2016,
Dialogic/Ape, 2017

Film Facts & Figures of the Netherlands.
May 2017 issue,
Nederlands Filmfonds,
Amsterdam, 2017

Eurimages is opgericht in 1988 en kent inmiddels 38 lidstaten.

Guerrilla was genomineerd met Horizon Zero Dawn, een actierollenspel gesitueerd in een post-apocalyptische wereld ontwikkeld voor Play Station 4, en Adriaan de Jongh met Hidden folks, een door kunstenaar Sylvain Tegroeg handgetekend interactief zoekspel ontwikkeld voor smartphone en computer.

VR Days beleefde in 2017 zijn derde editie.

VR Academy is een samenwerking tussen de Hilversum Media Campus, NHTV, MediaMonks en de HKU en biedt trainingen voor de basisbeginselen van VR. Ook is er de VRAcademy, een initiatief van de afdeling Immersive Media (IMVFX) van de Nederlandse Filmacademie.

Drie seizoenen zijn online verschenen (2010 – 2013) en later uitgezonden door Comedy Central.

Om zich in Nederland te mogen vestigen, moeten commerciële omroepen toestemming hebben van het Commissariaat voor de Media. Ook zijn ze gebonden aan de regels van de Nederlandse Mediawet. Dat geldt bijvoorbeeld voor SBS 6, SBS 9, NET 5 en Veronica. RTL is in Luxemburg gevestigd. De zenders van RTL vallen daarom onder de Luxemburgse wet.

Dit is het bedrag van 2016; tot 2013 waren deze kosten ondergebracht bij het provinciefonds.

stichtingrpo.nl

olon.nl

Jaarverslag 2016.
Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters,
Amsterdam, 2017

Festival Atlas 2016
Vliet, H., van

Jaarverslag IDFA
2016

Slagen in Cultuur.
Culturele basisinfrastructuur
2013 – 2016

Raad voor Cultuur, 2012

Abonnementskosten van deze platforms: NPO Start 2,95 euro per maand; RTL XL 3,99 euro per maand; Videoland 8,99 euro per maand; NL ZIET 7,95 euro per maand.

help.npo.nl

Netflix door grens van 100 miljoen gebruikers.
nrc.nl

De tech-revolutie groeit helemaal scheef.
nrc.nl

Hoe Facebook advertenties héél precies op maat maakt.
nrc.nl

Alibaba en Tencent zijn de enige die Google en Facebook kunnen bijhouden.
fd.nl

Bij slatefunding krijgt een productiehuis een toekenning voor twee jaar om meerdere projecten van verschillende makers te kunnen ontwikkelen.

De Nederlandse audiovisuele sector ontving in 2016 meer dan 6 miljoen euro van de Europese Commissie. 5,73 miljoen euro aan financiële steun is uit het subprogramma MEDIA zekergesteld, waarmee Nederland 5,46 proecnt uit het totale budget ontvangt.
Uit: Feiten en Cijfers.
Creative Europe Media 2016,
Creative

Adviesaanvraag Schets van de av-sector Samenstelling commissie Overzicht gesprekspartners Literatuur