Voorwoord

Cultuur is de zuurstof van de samenleving, zonder kunst en erfgoed verstikt zij. Cultuur doet een appel op onze verbeeldingskracht. Kunst en erfgoed komen voort uit creatief denken en handelen, en inspireren op hun beurt ook weer tot creativiteit. Kunstwerken en gebouwen uit heden en verleden, voorstellingen, concerten, films, boeken en vele andere culturele uitingsvormen laten ons kennismaken met andere werelden en denkbeelden en plaatsen daarmee onze eigen normen en waarden in een breder perspectief.

Cultuur biedt ook een emotionele vrijplaats. Cultuur kan gevoelens van ontroering, troost en ontspanning veroorzaken, of juist walging, angst of medelijden oproepen. Kunstenaars zijn dé vertellers en verbeelders van onze samenleving. Cultuur kan ons verbinden, raken, veranderen en verwonderen. Het is de onmetelijke waarde van cultuur die ons heeft aangezet tot dit advies.

Wij brengen dit stelseladvies uit op verzoek van minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op basis van onze recente analyses van het culturele leven en van het cultuurbeleid concluderen wij dat het nationale subsidiestelsel voor cultuur aan herziening toe is. Niet omdat er geen goede besteding van de beschikbare middelen plaatsvindt. Er worden bijzondere en waardevolle prestaties geleverd en ondersteund. Er is veel cultuur om te koesteren, te beschermen, te overdenken en te bespreken. Binnen én buiten het gesubsidieerde stelsel treffen we creativiteit en cultuur van hoog niveau aan. Maar we merken ook dat kunstenaars en publiek van die verschillende cultuurvormen elkaar momenteel nog te weinig vinden. Om die uitwisseling te stimuleren is vernieuwing van het landelijke cultuurbestel nodig.

De Raad voor Cultuur heeft zich de afgelopen drie jaar ingespannen om de kracht van het culturele leven in Nederland te verkennen. We brachten werkbezoeken aan steden en voerden gesprekken met kunstenaars, creatieven en vele andere professioneel en vrijwillig betrokken mensen die op een of andere manier een bijdrage leveren aan culturele prestaties en de distributie daarvan naar het publiek. Vooral onze recente reeks adviezen over de sectoren muziek, dans, theater, muziektheater, musea, letteren en bibliotheken, beeldende kunst, ontwerp, audiovisuele disciplines, en monumenten en archeologie geven een schat aan inzichten over de staat van het huidige cultuuraanbod. 1

De raad heeft ook knelpunten in het cultuurbeleid geconstateerd, zowel in de Culturele basisinfrastructuur (BIS) en het beleid van de rijkscultuurfondsen, als daarbuiten. Veel van die knelpunten zijn een gevolg van de bezuinigingen die in 2013 werden doorgevoerd en die een grote impact hebben gehad op het culturele leven. Ze hebben geleid tot het compleet wegvallen van belangrijke schakels in het stelsel. Andere knelpunten vloeien voort uit het feit dat delen van het culturele aanbod lange tijd onvoldoende onder de aandacht zijn gevallen van overheden. Te denken valt aan nieuwe(re) of onbekende(re) disciplines en genres, of aan interdisciplinaire ontwikkelingen.

In het voorliggende advies doen wij aanbevelingen om die knelpunten op te lossen en om als Rijk optimaal invulling te geven aan de vier doelstellingen van cultuurbeleid die wij in de verkenning ‘Cultuur voor stad, land en regio’ hebben geformuleerd.

Het is daarvoor belangrijk dat er meer samenwerking komt tussen Rijk, provincies en gemeenten, om zo cultuur voor meer mensen relevantie te geven. Er bestaat behoefte aan een stelsel dat bijdraagt aan een innovatief, inclusief en vernieuwd cultuurbeleid, waarin de betekenis van cultuur tot zijn recht komt, talent zich kan ontpoppen en ontwikkelen en werkenden een eerlijke beloning tegemoet kunnen zien. Een cultuurbeleid met internationale impact, gebaseerd op het in vrijheid kunnen bijdragen aan of participeren in de culturele uitingen van deze tijd. Waarin de waarde van historisch erfgoed wordt behouden, gekoesterd en relevant gemaakt.

Deze visie is leidend voor dit stelseladvies, waarmee de raad een antwoord geeft op de vragen die de minister in haar recente adviesaanvraag heeft gesteld. 2 Ook is ons antwoord op haar eerdere adviesaanvraag over publiek in dit stelseladvies verwerkt. Het is een uitgebreid advies, op een belangrijk moment. Politieke besluitvorming over mogelijke aanpassingen aan het stelsel moet nog dit jaar plaatsvinden als deze aanpassingen voor de periode 2021 – 2024 moeten ingaan. De raad kijkt in dit advies ook verder dan de komende kunstenplanperiode. Een langetermijnperspectief is nodig om het rijksgesubsidieerde bestel te laten aansluiten bij de ontwikkelingen in de cultuursector en de maatschappij.

In reactie op de publicatie van de adviesaanvraag van de minister zijn vele partijen in de culturele sector in de pen geklommen en hebben hun opvattingen en adviezen met de raad gedeeld. Wij zijn hen zeer erkentelijk voor die inbreng. Daarnaast hebben we dankbaar gebruikgemaakt van de vijftien cultuurprofielen die stedelijke cultuurregio’s afgelopen november bij de minister hebben ingediend. We bedanken graag iedereen die de raad met adviezen en informatie heeft geholpen bij het opstellen van dit advies: onze kring van adviseurs, de raadsleden, het bureau en secretariaat van de raad en de vele vertegenwoordigers van de cultuursector die we de afgelopen maanden hebben gesproken.

Cultuur kan de binding van mensen met de samenleving versterken, ze biedt unieke ervaringen van uiteenlopende aard en intensiteit. Cultuur levert een bijdrage aan beschaving en levensgeluk. We streven ernaar om het cultuurbestel te versterken en op lokaal, regionaal en landelijk niveau steviger te verbinden met een breed en divers samengesteld publiek. Die opdracht stelt de raad in dit advies centraal, en hierover zetten we graag ons gesprek voort met het veld, de politiek, het publiek en natuurlijk met Ingrid van Engelshoven, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Marijke van Hees, voorzitter
Jakob van der Waarden, directeur

Sectoradviezen
Raad voor Cultuur,
2017 – 2019

Aanvraag Stelseladvies
Ministerie van OCW, 2019

Voorwoord Inleiding